275
Van het Iaeger des Heils ontvingen wij o.m. de vol
gende mededeelingen
en aan 51 alleenstaande bejaarden eene wekelijksche
ondersteuning tot een bedrag van f 4199,11 in geld en
van f 625,26 aan kleeding, versterkende middelen, enz.
aan ondersteuning zonder geregeld huisbezoek, bestaande
uit giften aan geld, kleeding of in anderen vorm, te
zamen tot een bedrag van f 2262,14.
In het verslagjaar werden geheel of gedeeltelijk voor
rekening der Vereeniging eenige kinderen, benevens
een blinde man in gestichten verpleegd, waarvoor een
bedrag van f 548,25 besteed werd.
Voor hulp in de huishouding werd in het afgeloopen
jaar geen bijdragen verleend.
Op 1 October 1914 waren 50 rentelooze voorschotten
onder borgstelling loopende, tot een gezamenlijk bedrag
van f 5733,Van deze voorschotten waren 35 reeds
in vorige jaren verstrekt, terwijl in het verslagjaar 15
voorschotten tot een gezanielijk bedrag van f 1586,
werden toegestaan. Er kwamen in 55 aanvragen om
voorschotten zonder persoonlijke borgstelling; daarvan
werden 33 toegestaan tot een bedrag van f 1334,50. Van
het vorig jaar waren nog 24 voorschotten loopende tot
een bedrag van f 1042,50, zoodat in het geheel nog
uitstaan 57 voorschotten tot een bedrag van f 2377,
101 vrouwen werden ingeschreven, die zich hadden
aangemeld voor naaiwerk of werkhuizen. Er kwamen
72 aanvragen van werkgevers in.
De Commissie van het kleedermagazijn kon in de
afgeloopen zomer 85 vrouwen aan het werk houden,
tegen 45 het jaar te voren. Aan naailoon werd uitbe
taald f 2101,72, terwijl aan schoenwerk f 521,93 werd
besteed. Ten behoeve der uitreiking van kleedingstuk-
ken aan schoolgaande kinderen, deed de gemeente in-
koopen tot een bedrag van f 3756,80.
Blijkens de winst- en verliesrekening over het afge
loopen dienstjaar, werd aan contributiƫn ontvangen
f24.268,,aan giften f5.289,49 en aan legaten f 14.181,66,
terwijl de busjes, geplaatst in winkels en bij de leden,
te zamen eene opbrengst gaven van f 2.045,305.
Het aantal donateurs bedroeg op 1 October 1914 215 en
dat der gewone leden 3195 tegen 3265 op 16 October 1913.