Bij I ace 11 II. TOESTAND DEK WERKEN. I. BEHEER. De Commissie van Bijstand in het beheer der Duinwater leiding bestond bij den aanvang van het jaar uit de heeren F. H. van Malsen, W. P. G. Helsdingen, J. H. Warneke en G. Nypels. Aan haar ontviel door overlijden op den 16 Januari 1914 de heer F. H. van Malsen, in wiens plaats den 4 Mei d.a.v. werd benoemd de heer J. J. Verburg. Den 31 Juli 1914 verzocht de heer G. Nypels, wegens zijne militaire verplichtingen tengevolge der mobilisatie, in zijn plaats een ander lid van den Raad te benoemen, welk schrij ven in de zitting van 24 Augustus 1914 voor kennisgeving werd aangenomen. Bij de periodieke verkiezing van 1 September 1914 werden in de Commissie benoemd de heeren J. J. Verburg, W. P. G. Helsdingen, J. H. Warneke en Prof. C. L. van der Bilt. De heer Wethouder voor de gemeentebedrijven, J. C. Jansen, bekleedde het voorzitterschap der Commissie. a. Duinkanalisatie. De in de Gemeentelijke Jaarverslagen by voortduring tot uitdrukking gekomen verwachting omtrent het steeds toe nemend watergevend vermogen van de watervang hebben de in het duin thans aanwezige waterstanden bewaarheid op eene wyze, die de stoutste verwachtingen overtreft. Wijzen de in de laatste jaren gedane waarnemingen van den hydro- logischen toestand van den duinbodem aan den eenen kant op geene noemenswaardige geregelde daling van den water spiegel, aan den anderen kant treedt dit jaar treffend het feit op den voorgrond, dat sedert het jaar 1887 dit peil nimmer zoo hoog is geweest als thans, niettegenstaande het tweede feit, dat gedurende de 41 jaren dat de waterleiding in werking is, meer dan 200 millioen kubieke Meters water uit het duin werden afgeleverd, waarin niet is begrepen de belangrijke hoeveelheid, die gedurende den oorspronkelyken aanleg van de duinkanalen werd afgevoerd op Delflands boezem. VERSLAG omtrent den toestand der werken en den uitslag van de exploitatie der Duinwaterleiding van s-Gravenhage over het dienstjaar 1914. I

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 314