16A 7 VERSLAG GEMEENTELIJK GRONDBEDRIJF. met f22 015,11, als gevolg eensdeels hiervan dat meer gron den in erfpacht werden uitgegeven, dan was voorzien, wes halve een hoogere opbrengst wegens canon te boeken viel, anderdeels als gevolg van den hierboven onder het Algemeen Overzicht genoemden inbreng van gronden, waarvan eenige terreinen verhuurd waren, of in erfpacht waren uitgegeven. De uitgaven, geraamd op f 132 181,beloopen f 96 671,785. Het verschil ad f 35 509,215 is in hoofdzaak het gevolg van de omstandigheid, dat op grond van de uitkomsten der hertaxatie eenige „overbelaste” terreinen overgebracht zijn naar de boekhouding der districten, waarin zij gelegen zijn, waardoor de gewone dienst ontlast is van de rente en aflos sing der schuld, ter zake van deze gronden. Het nadeelig saldo van den buitengewonen dienst, geraamd op f 790 810,bedraagt f 545 431,53, derhalve f 245 378,47 minder dan de raming. De inkomsten waren voor „Memorie” uitgetrokken; wegens verkoop van gronden werd ontvangen f 23 230,terwijl in verband met het getaxeerde verlies op District VI uit het Reservefonds van het bedrijf ontvangen werd f 18 241, strekkende tot delging van schuld op dit district. Als gevolg van den verkoop van een „overbelast” terrein moest door de Gemeente het verschil tusschen de boekwaarde en de schuld, ten bedrage van f 1946,worden bijgepast, welk bedrag mede onder de buitengewone ontvangsten is verantwoord. Tegen over deze ontvangstposten, welke in totaal bedragen f43 417, is echter een uitgaaf tot hetzelfde bedrag geplaatst (Buitenge wone aflossing van leeningsschuld en kapitaal, ad f30 560,— en Uitkeering aan het Reservefonds, ad f 12 857, Het verschil tusschen de raming en de uitkomst van den buitengewonen dienst spruit voornamelijk voort uit de om standigheid, dat onder de uitgaven voor „Werken voor aanleg” was geraamd f 362 763,terwijl slechts een bedrag van f 83 578,91 werd verwerkt. De post „rente en aflossing” overtreft echter de raming met een bedrag van f 33 805,62, hetgeen in hoofdzaak het gevolg is van de bovengenoemde overdracht van eenige „overbelaste” terreinen naar de des betreffende districten, waardoor rente en aflossing ten laste van den buitengewonen dienst werden gebracht. Aldus opgemaakt door Burgemeester en Wethouders van ’s-Gravenhage, den 24en Augustus 1915. Burgemeester en Wethouders, v. Karnebeek. De Secretaris, M. van Reenen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 602