184 VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST. Havendienst aan de behandelende geneeskundigen kon worden overgedragen. Hiermede is tevens de by den opzet van dezen dienst zooveel mogelyk bevorderde scheiding tusschen behandeling en contröle voor het personeel der Gemeente volledig door gevoerd. Derde onderdeel: Geneeskundige Verzorging. Ten opzichte van het derde onderdeel, de geneeskundige verzorging, waarin het eigenlyk motief voor de reorganisatie gelegen was, worde nog eens de hoofdgedachte naar voren gebracht worden, die, in overeenstemming met den geest der Armenwet, voor den opzet van dit onderdeel beslissend is geweest. Deze gedachte namelyk, dat niet slechts aan het particulier initiatief zoo min mogelyk in den weg gelegd mag worden, maar dat ook het geheele streven erop gericht moet zyn om, onder bevordering der zoo hoogst gewenschte éénheid, by de geneeskundige verzorging dit initiatief tot meerdere ontwik keling te brengen. Hiertoe nu vormen deugdelijke leiding en nauwlettend toezicht een tweetal onmisbare factoren, die de beschikking over een aantal geneeskundigen als ambtenaren der Gemeente tot een eisch maakten. Daarnaast was een niet minder belangryke kwestie om te trachten en dit vooral op grond van sociaal-medische overwegingen de huiselyke ziekenverpleging met alle ten dienste staande krachten te bevorderen en geen middel ongebruikt te laten om begrippen van orde en reinheid te brengen in de gezinnen van on- en minvermogenden. Hier door toch zou de geneeskundige dienst er veel toe kunnen bydragen om, met ontwikkeling van het verantwoordelijk heidsgevoel juist in dagen van ziekte, de onderste lagen der bevolking vooruit te helpen en misstanden uit den weg te ruimen, die een gevaar opleveren voor de volksgezond heid. Dat de dienst in dit opzicht iets vermag te bereiken, moge blyken uit enkele gegevens in dit jaarverslag. In overeenstemming met de inrichting der beide andere onderdeden van den dienst is voor de nadere uitvoering der voor de behandelende geneeskundigen weggelegde taak de Gemeente in een aantal afdeelingen verdeeld en wel zóó, dat deze geneesheeren een nagenoeg gelijke hoeveelheid wrerk voor hun rekening hebben en tevens de door de patiënten af te leggen afstanden naar de afdeelingscentra, de zittinglokalen van den dienst, gevestigd in particuliere wykgebouwen, zich zoo gunstig mogelyk verhouden. In die zittinglokalen, die mede ingericht zyn als hulp- 6

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 671