18A VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST. 10 JAARVERSLAG. Ten slotte mag nog eens in herinnering worden gebracht, dat alle spoedwerk komt voor rekening van het onderdeel: „Eerste Geneeskundige Hulp”, zoodat ongewenschte vertra ging in de opname is buitengesloten. Wederom moet in dit Verslag de aandacht gevestigd worden op den zeer onvoldoenden toestand van het Centraal- bureau, waardoor de belangen van den dienst in hooge mate worden geschaad. Dit geldt vooral de inrichting van den Centralen Post van het onderdeelEerste Geneeskundige Hulp, die in verband met de snelle uitbreiding van den dienst zóó in alle opzichten onvoldoende is geworden, dat thans niet meer van een behoorlyke inrichting voor genees kundige hulp gesproken kan worden. Men stelle zich toch den toestand op het tegenwoordige Centraalbureau voor, wanneer daar een gewonde met het noodige geleide om hulp komt vragen, tegelijkertijd eenige menschen op een bewys voor kostelooze opname in een ziekenhuis zitten te wachten, onderwijl de telephoon niet stilstaat, daarbij op een afstand van slechts enkele meters een toevallijder of krankzinnige aanwezig is, terwijl daaren boven de localiteit nog als dag- en nachtverblijf voor w’acht- doend personeel dienst moet doen. Spoedige en afdoende verbetering is dan ook dringend, zeer dringend noodig. Reeds in het vorige verslag kon de uitbreiding van het perso neel met zes behandelende geneeskundigen worden vermeld. Allereerst zij er aan herinnerd, dat in verband met de bespreking der motie Hoejenbos c.s. in de Raadsvergadering van 30 Maart 1914, ingevolge voorstel van Burgemeester en Wethouders nader wrerd besloten, om met ingang van 1 Juni 1914 de Commissiën voor het Gemeenteziekenhuis en de Open bare Gezondheid op te heffen en ééne Commissie in te stellen. Ter Raadsvergadering van 18 Mei 1914 w-erden tot leden der nieuwe Commissie benoemd de heeren A. J. C. Baron van Pallandt, J. C. Oldenboom, A. C. A. van Vuuren, Dr. K. H. Rombouts, L. Hoejenbos en Mr. G. C. J. Varenkamp. De vier laatstgenoemden waren reeds lid der vroegere Commissie voor de Openbare Gezondheid. Als Voorzitter werd door Burgemeester en W’ethouders benoemd de Wethouder H. de Wilde, terwijl door hen als Secretaris werd aangewezen Mr. I. M. J. van Rossem Referendaris ter Gemeente-Secretarie.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 675