lï 1 21 I- Toezicht op de ambtenaren, beambten en iverklieden in Gemeentedienst. a. Keuring bij aanstelling. Gekeurd werden 842 personen voor verschillende takken van dienst, waarvan geschikt werden bevonden 663 en ongeschikt verklaard 179, naar de navolgende indeeling: een onderzoek beperken. Het toezicht op de maatschappelijk ongeschikten betreft dan meer in het bijzonder de beantwoor ding van de vraag, of personen, die onder de hoede van de Politie gesteld zijn, al dan niet in aanmerking komen voor observatie in een krankzinnigengesticht. In de hoofdtaak, het geneeskundig toezicht op het per soneel in Gemeentedienst, werd geenerlei wijziging aange bracht. Alleen mag er reeds hier op gewezen worden, dat de in het vorige Verslag geuite vrees, (zie pag. 6 Verslag 1913, Bijlage 18 A van het Gemeente Verslag) dat de in 1913 getroffen Rijksregeling aangaande het verleenen van pen sioen, waardoor de Gemeenteregeling kwam te vervallen, een ongunstigen invloed op het aantal ziektedagen zou uitoefenen, zich althans voor sommige diensten maar al te zeer be waarheid heeft. Het contrólewerk is er dan ook niet gemakkelijker op ge worden. Begrijpelijk, wanneer men overweegt, dat het toezicht thans niet meer als te voren volledig in ééne hand is. Er bestaat inderdaad reden om aan te nemen, dat verschillende personen in Gemeentedienst bleven, waarvan de controleerende geneeskundigen op grond van de hun ter beschikking staande waardevolle aanteekeningen de overtuiging moeten hebben, dat hun aanblijven wezenlijk niet meer te verdedigen valt. Zoo blijft het dan ook te betreuren, dat bij de nieuwe Ryksregeling geen uitzonderingsbepaling is toegelaten voor Gemeenten, waar, zooals in Den Haag, reeds een goede, aan de eischen beantwoordende regeling bestond. if j VERSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST. 18^

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 686