II li 39 I Geval 11. Analoog geval. Ongehuwde moeder met één kind, dat door gebrek aan voedsel erg vermagerd en verzwakt is, overdekt met ongedierte. Buren beweren, dat de vrouw het kind lang zaam wil doen sterven. Kind opgenomen in ziekenhuis. Onderwyl geval voorden Voogdijraad gebracht. Kind hersteld, aan de ouderlyke macht onttrokken. Geval 10. Ongehuwde jonge vrouw met twee kinderen. Allersmerigste omgeving. Hulp ingeroepen door buren voor een der kinderen met uitgebreide huidziekte. Het verhaal luidt, dat de kinderen een goed deel van den dag alleen thuis en zonder toezicht zijn. Behandelende geneeskundige doet ’s avonds een inval. Vindt de moeder niet thuis. Deze opgespoord in een danshuis. Geval voor den Voogdijraad gebracht. Kinderen aan ouderlijke macht onttrokken. Geval 8. Man met verschijnselen ran vergiftiging door het drinken van geniethyleerde alcohol. Werkt sinds geruimen tijd niet meer. Vrouw werkt wel, doch kan niet genoeg verdienen. Ellendige toestand. Man door behandelenden geneeskundige met kracht aan gepakt. Belooft het drinken te zullen laten. Dit kost moeite. Stort een paar maal weer in. Wordt door geneeskundige, daarin gesteund door een helpster van de wijkvereeniging, niet losgelaten. Eindelek den man door overreding zoover gekregen, dat hij zich in verbinding stelt met het Consultatiebureau voor alcoholisme. Heeft nu in geen zeven maanden meer gedronken. De te voren armoedige woning maakt thans een bepaald vriende- lijken indruk. Geval 9. Man potator en lijder aan tuberculose. Reeds in het zie kenhuis verpleegd. Door zijn levenswijze goede resultaten spoedig te niet. Toestand in huis allertreurigst. Gedreigd de behandeling te zullen staken, indien hij het drinken niet nalaat. Onthouding gedurende een paar maanden. Daarna geschikt voor opname in sanatorium. Gezin krijgt ondersteuning. VEHSLAG GEMEENTELIJKE GENEESKUNDIGE DIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 704