f
74
1914 tot en met 30 April 1919, tegen een huurprijs
van f 336,per jaar;
aan H. J. Kuster, het bovenhuis Noordeinde No. 140a,
kadastraal bekend als gemeente ’s-Gravenhage, sectie D,
No. 1324, van 1 April 1914 tot en met 30 Juni daaraan
volgende, tegen een huurprijs van f 150,
aan I. E. Huisman, een gedeelte van het perceel
Veenkade No. 103, kadaster gemeente ’s-Gravenhage,
sectie O, No. 7642 gedeeltelijk, bestaande uit een winkel
en een kamer, van 1 Mei 1914 tot en met 30 April 1915
tegen een huurprijs van f 300,
aan M. van der Toorn Jzn., de taanderij met
pakhuizen en open terrein, kadastraal bekend als ge
meente ’s-Gravenhage, sectie AH, No. 1633 geheel en
Nos 1632 en 1634, beiden gedeeltelijk, gelegen nabij den
Drogersdijk, van 1 Mei 1914 tot en met 30 April 1909,
tegen een huurprijs van f 315,per jaar:
aan A. van Antwerpen, het benedenhuis Vleer-
straat No. 15a, kadastraal bekend gemeente ’s-Graven
hage, sectie C, No. 830, van 1 Mei 1914 tot en met
30 April 1915, tegen een huurprijs van f 384,
aan P. Dyksman, het perceel Badhuiskade No. 26,
kadastraal bekend gemeente ’s-Gravenhage, sectie A F,
No. 1474, van 1 Mei 1914 tot en met 30 April 1917,
tegen een huurprijs van 275,per jaar;
aan P. Bosman, het benedenhuis Zieken No. 39,
kadastraal bekend als gemeente ’s-Gravenhage, sectie
AD, No. 1907, van 1 Mei 1914 tot en met 30 April
1915, tegen een huurprijs, berekend naar f 6,per week.
aan H. A. Kloosterboer, het huis Noordeinde
No. 138, kadastraal bekend gemeente ’s-Gravenhage,
sectie D, No. 1326, van 1 Mei 1914 tot en met 30 April
1924, tegen een huurprijs van f 2400,— per jaar.
aan Jhr. J. W. Six, het perceel Prinsegracht 13,
kadastraal bekend gemeente ’s-Gravenhage, sectie L,