il
Ij
21
t
23
geheele of gedeeltelijke ongeschiktheid werden
43
31
12
21
3
3
21
2
2
1
17
1
2
De geneeskundige behandeling der eigen paarden bleef
opgedragen aan den Kijks veearts,'den heer H. v. Aken.
De gezondheidstoestand der eigen paarden was weder over
het algemeen gunstig; in den loop van het jaar waren afwis
selend 126 paarden ziek, waarvan 9 langer dan een maand.
In de tweede helft van December brak een lichte in fluenza-
epidémie onder de paarden uit, welke echter spoedig be-
heerscht kon worden. Het maximum aantal paarden dat
gelijktijdig buiten dienst was, bedroeg 26, terwijl het totaal
aantal gevallen 48 was.
Het totaal aantal ziektedagen bedroeg 2604, dus gemid
deld per paard 16 dagen, tegen gemiddeld 14 dagen in 1913,
15 dagen in 1912,14 dagen in 1911,15 dagen in 1910,18 dagen
in 1909, 20 dagen in 1908 en 19 dagen in 1907.
Wegens
verkocht voor de slachtbank of om te dienen voor verder
gebruik 15 paarden (nos. 29, 38, 47 49, 56, 67, 80, 84, 99,
100, 106,118,126,174 en 232) met een opbrengst van f3.133,25.
Gestorven zijn 4 paarden nos. 152, 193, 201, en 263, met
een opbrengst van f47,voor de huiden.
Een overzicht van het aantal, den diensttijd en den leeftijd
der paarden geeft bijlage G.
De aard der ziekte was in:
48 gevallen influenza;
kreupelheid
drukwond
verkoudheid
verwonding
acute lymphangitis
abces;
geschaafd
chronische lymphangitis
koliek;
oogontsteking
nageltred
mondklem
holle kroonwand.
PAARDEN.
n
v
n
•n
In