24 3 VERSLAG GEMEENTEMUSEUM De in het vorig jaarverslag ter sprake gekomen onder- handelingen met Kerkvoogden der Nederlandsch Hervormde Gemeente over de oude glasscherven in het Museum nog aanwezig, hebben geleid tot de overbrenging van die glas scherven naar de werkplaatsen van den heer J. L. Schouten te Delft. Daar had eene schifting plaats en bleek dat een nog vrij aanzienlijk deel onzer scherven in de gerestaureerde kerkramen kon worden toegepast, terwijl er aan den anderen kant verscheiden scherven in die ramen aanwezig onbruik baar werden. Onzerzijds is een ruil van een en ander voorgesteld en aan den heer Schouten kostenopgave gevraagd van het voor tentoonstellen gereedmaken van al die brokstukken, welke daarvoor in ons Museum in aanmerking zouden komen. Be slissing daaromtrent wrerd evenwel in het verslagjaar niet gekregen. Met de eveneens in het vorige verslagjaar aangekondigde herstelling van schilderijen werd een aanvang gemaakt. De Jan Steen werd door den heer D. de Wild geregene reerd dezelfde had reeds in de laatste dagen van December 1913 het stadsgezicht van Van Goyen ter bewerking gekregen. De Van Goyen werd verdoekt, schoongemaakt en gevernist, het in Maart 1914 in het museum teruggebracht stuk heeft door die bewerking veel gewmnnen in aantrekkelijkheid. Bovendien is de schilderij geplaatst in eene nieuwe lijst, welke tot dit effect zonder twijfel medewerkt. Het kapitale stuk vervult nu inderdaad de taak, die het vervullen moet, namelijk om naast de groote, krachtige schuttersstukken van Van Ravesteyn een gelijkgestemd beeld van het zeventiende- eeuwsche Den Haag te geven. De lijstenfabrikant van Menk, die de voortreffelijke lijst om de Van Goyen maakte, herstelde tevens de origi- neele ebbenhouten lijst om het regentenstuk van J. van Ceulen, dat door deze bewerking bovenmate gewonnen heeft. Personeel. a. Directie. Zoowel de Directeur Dr. H. E. van Gelder als de Onder directrice Mej. I. C. E. Peelen waren het geheele jaar in functie. De directeur genoot verlof van 28 Juli tot 2 Augustus, daarna nog van 25 tot 31 Decemberde onderdirectrice van 1 tot 21 October en van 17 tot 24 December. b. Concierge en bedienden. In de gebleken behoefte aan een vierden bediende werd op 1 Februari voorzien door de benoeming van W. Dérogée,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 856