26 II. Bestedelingenhuis. doch vindt oorzaak in het feit, dat in ineer gevallen dub bele bedeeling moest worden toegekend. Het Bestedelingenhuis is in hoofdzaak bestemd voor de verzorging van bejaarden, die krachtens de bepaling van artikel 28 van het Reglement op bet Burgerlijk Armbestuur den leeftijd van 60 jaren hebben bereikt, benevens de ver zorging van invaliden. Het Gesticht voldoet aan alle rede lijke eisehen, die voor een goede verzorging zijn te stellen. Meermalen werd het gesticht door belangstellenden be zocht. Op 20 Maart 1914 werd het Bestedelingenhuis vereerd met een bezoek van H. M. de Koningin, met gevolg. Hare Majesteit werd aldaar ontvangen en rondgeleid door den Voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur. De Koninklijke Bezoekster nam met veel belangstelling kennis van de Inrichting en gaf Hare hooge tevredenheid te kennen over de goede verzorging en verpleging. Met bijna alle verpleegden onderhield Hare Majesteit zich en reikte den verpleegden bloemen uit. Bij vertrek werd den Directeur en diens echtgenoot® dank betuigd voor de verstrekte inlichtingen en voor de goede zorgen aan de oude menschen besteed, terwijl een gift werd geschonken om de verpleegden hiervoor te ont halen. Deze inrichting wordt onder toezicht van het Bestuur beheerd door een Directeur en diens echtgenoote. Het Be stedelingenhuis werd geregeld bezocht door de Bestuurs leden. Onder de verpleegden heerscht over het algemeen een goede geest. Hoewel de Directeur van tijd tot tijd straffen aan enkele verpleegden moet opleggen, valt in hoofdzaak over hun gedrag, gelet ook op het verleden van vele der bestedelingen, niet te klagen. Wordt straf opgelegd, dan is meestal drankmisbruik der verpleegden hiervan de oorzaak. Wanneer in aanmerking worden genomen de hooge leef tijd en de veelal ziekelijke toestand dezer verpleegden, kan over den gezondheidstoestand in het algemeen niet ge klaagd worden. In 1914 overleden 17 mannen en 20 vrouwen, tegen 47 personen in 1913. 6 VERSLAG BURGERLIJK ARMBESTUUR.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 894