•i
Bijlage 2/
I. Bestuur.
II. Werkzaamheden vóór de „Nood regeling”.
Ter voldoening aan art. 6 der Verordening, heeft het Be-
stuur van het Gemeentelijk Werkloozenfonds de eer Uw
College het Verslag over 1914 aan te bieden.
Aan
Heeren Burgemeester en Wethouders.
In de samenstelling van het Bestuur, dat volgens art. 3
van de Verordening dit jaar in zijn geheel moest aftreden,
is eenige verandering gekomen. In de plaats van de heeren
M. Hillenius en A. van Mil, die wegens vertrek aftraden,
zijn door Burgemeester en Wethouders als leden benoemd
de heeren J. Soetekouw en J. Waterreus, terwijl ter ver
vanging van het plaatsvervangend lid, den heer J. de
Knegt, die bedankt had de heer J. P. A. Wagemans benoemd
werd.
De overige bestuursleden werden allen herbenoemd, zoo-
dat het Bestuur van het Gemeentelijk Werkloozenfonds
aan het einde van dit jaar was samengesteld als volgt:
H. de Wilde, Voorzitter; A. Kruijt, Mr. J. j®. A. Lisman,
J. van der Loo, J. Soetekouw, J. Waterreus, H. van Wort,
Leden; T. Alkema, H. van Bergen Henegouwen, J. J. Cos,
•I. P. A. Wagemans, Plaatsvervangende leden; J. G. Kruis,
Secretaris.
VERSLAG van het Gemeentelijk Werkloozenfonds
over 1914.
Omtrent de in de raadsvergadering van 3 November 1913
door het raadslid Hoejenbos ingediende motie, luidende:
„De Raad, van oordeel, dat de ervaring nu voldoende
„heeft geleerd, dat het thans bestaande stelsel van verzeke-
„ring tegen werkloosheid dient te worden vervangen door
„een stelsel, dat rekening houdt met de bezwaren van de
„vakvereenigingen en dat tevens getracht moet worden de
„beste regeling voor de ongeorganiseerde arbeiders te vin-