27
4
VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOZENFONDS.
nomen in dier voege, dat de grootte der uitkeeringen werd
bepaald als volgt:
a. zoolang de werkloozenkas uitkeert, een bijslag van 100
pCt. vanwege het Werkloozenfonds tot ten hoogste f 0.50
per dag;
b. zoodra het vermogen der werkloozenkas is gedaald tot
minder dan 25 pCt. van het saldo op 1 Augustus 1914, f 1.
per dag voor gehuwden en kostwinners en f 0.50 per dag
voor ongehuwden, geen kostwinners.
Op 5 September 1914 werd een aanvullend schrijven ont
vangen van den Minister om den datum van inwerking
treding der „Noodregeling” te bepalen op 7 September.
In de Raadsvergadering van Maandag 7 September 1914
werd het bovenbedoelde voorstel van Burgemeester en
Wethouders ongewijzigd aangenomen en de uitvoering der
„Noodregeling” opgedragen aan het Bestuur van het Ge
meentelijk Werkloozenfonds (Hand. 1914, bl. 493499).
Door het aanvaarden van de ministeriëele regeling gel
den, zoolang de „Noodregeling” duurt, de volgende van de
Verordening op het Gemeentelijk Werkloozenfonds (no. 10
van 1908) afwijkende bepalingen:
I. de uitkeeringen kunnen geheel voor rekening van het
Gemeentelijk Werkloozenfonds plaats vinden;
II. de uitkeeringen zijn niet aan een maximum-duur ge
bonden;
III. de uitkeering geschiedt aan ieder, die gedurende min
stens drie maanden contributie aan een werkloozenkas
heeft betaald en het recht op uitkeering gaat in 8 dagen
nadat de werkloosheid is ingetreden;
IV. de werkloozenkassen zijn niet langer verplicht toe te
laten personen buiten haar vakvereeniging;
V. in geval van „gedeeltelijke” werkloosheid, wordt een
„gedeeltelijke” uitkeering verleend;
VI. de beslissing van geschillen over de toepassing der
„Noodregeling” tusschen het Fonds en de werkloozenkassen
berust bij een door den Minister aan te wijzen Arbiter;
VII. de in het schrijven van .den Minister genoemde
eischen voor toelating van kassen tot het Gemeentelijk
Werkloozenfonds treden in de plaats van de voorwaarden,
waaraan vereenigingen, die aanspraak maken op bijslag
volgens de verordening en het Huishoudelijk Reglement,
moeten voldoen.
Na de beslissing van den Gemeenteraad werd onmiddellijk
per circulaire van het Bestuur (bijlage IV) de voor onze
Gemeente geldende regeling ter kennis gebracht aan de
reeds bij het Fonds aangesloten kassen en aan vereenigin
gen, van welke bekend was, dat zij een werkloozenkas be-