27 10 VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFOXPS. Enkele der voornaamste beslissingen omtrent de uitleg ging der „noodregeling” mogen hier nog een plaats vinden. Naar aanleiding van de bepaling van onze hierboven reeds aangehaalde circulaire d.d. 5 October betreffende de bestemming der bij de Werkloozenkas inkomende contri buties, werd aan de vereenigingen verzocht die gelden op bepaalde tijdstippen (te harer keuze) aan het Gemeentelijk Werkloozenfonds af te dragen. Kon deze verrekening met enkele vereenigingen dadelijk worden geregeld, door ver schillende andere werd tegen bet afstaan der contributies bezwaar gemaakt. Haars inziens had de Minister juist om de vereenigingen in staat te stellen, zich na het bereiken van het van het kassaldo op 1 Augustus voor te bereiden op den moeilijken tijd na de crisis, voorgeschreven, dat, zoodra het vermogen der kas daalt tot minder dan 25 pCt. van het saldo op 1 Augustus 1914, de geheele uitkeering ge schieden zal op rekening van het gemeentelijk fonds. Ons Bestuur meende, dat het de bedoeling van den Minis ter is geweest, de contributie te verrekenen in verband met de uitkeeringen, zoodat na afloop van de „Noodregeling” 1915) voorgesteld door het Raadslid Hoejeubos, (Bijlagen van de Handelingen van den Gemeenteraad 1915, No. 28) terwijl d.d. 15 Jan. 1915 bij den Gemeenteraad nog het ver zoek van den Haagschen Bestuurdersbond inkwam om spoedig maatregelen te nemen, waardoor de controle door de Arbeidsbeurs zou kunnen vervallen. In de raadszitting van 8 Februari 1915 werd de door Bur gemeester en Wethouders voorgestelde wijziging der Ver ordening na breedvoerige discussie goedgekeurd, nadat door Burgemeester en Wethouders een voorstel van het Raadslid Lisman was overgenomen, waardoor de regeling mede van toepassing werd op alle bij het Gemeentelijk Fonds aangesloten kassen. Volledigheidshalve zij hier nog medegedeeld, dat ons Be stuur een schrijven richtte tot de aangesloten werkloozeu- kassen, met verzoek te willen berichten of zij al of niet de controle van de Arbeidsbeurs na 1 Maart datum, waarop de nieuwe regeling zou gelden wenschten bestendigd te zien. Van de 40 werkloozenkasseu gaven 23 bericht, dat zij geen verandering in de bestaande controle wenschten. Ten aanzien van de andere werkloozenkassen, die een tegen overgesteld bericht hadden gezonden, werd door ons Be stuur besloten, dat zij, onder controle van een door ons Bestuur aangewezen persoon, voor de werklooze leden plaats en uur zouden aangeven voor de afstempeling van de contrêle-kaarten.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 918