27 Bijlage II. i 34 VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS. s-Graven h age, 28 Aug. 1914. Het aan Uw College gericht en aan ons Bestuur om ad vies gezonden schrijven van den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, hetwelk hiernevens teruggaat, geeft ons aanleiding het volgende onder Uwe aandacht te brengen. De economische crisis, ontstaan door den oorlogstoestand in Europa en die naar te vreezen is in haar gevolgen bij het einde van het zomerseizoen een nog ernstiger karakter zal verkrijgen dan zij nu reeds heeft, veroorzaakt ook in onze Gemeente werkloosheid in tal van vakken. Dientengevolge zijn straks honderden, wellicht duizenden werklieden zonder arbeid en daardoor zonder eenige in komsten, noodig voor het onderhoud van het gezin. Een gemeentebelang is het ongetwijfeld zooveel dit moge lijk is te voorzien in de nooden van deze gezinnen, zoodat het naar onze overtuiging ook op den weg van het Gemeen tebestuur ligt om door uitvoering van daarvoor vatbare gemeente-werken zij het al, dat die uitvoering in een ge wonen tijd later zoude plaats hebben te pogen arbeid te verschaffen aan hen, die, om redenen buiten hen, zonder werk zijn. Doch al mocht het, waaraan wij trouwens niet twijfelen, in het voornemen van het Gemeentebestuur lig gen om in die richting te handelen, zoo mag toch als vast staande beschouwd worden, dat op die wijze geenszins alle werkloozen zullen worden geholpen. Er zullen dan denkelijk nog zeer vele gezinnen zijn, waarvan het hoofd of de kost winner zonder werk blijft en die alsdan aan kommer en ellende zullen zijn blootgesteld. Hoe in dezen noodtoestand te voorzien? Die gezinnen te zenden naar de onderscheidene organen van ons armwezen te dezer stede zou niet doeltreffend en bovendien ook niet zonder bedenking zijn. Niet doeltreffend, omdat de diaco nieën, de kerkelijke en particuliere armenzorg niet in staat zouden blijken om aan al de rechtmatige aanvragen te vol doen; terwijl aan een „bedeeling” op groote schaal door het orgaan der overheid, het Burgerlijk Armbestuur, dit ernstige bezwaar verbonden is, dat allicht de meening zou postvatten alsof de overheid zelve verplicht is om recht streeks, en dus door het Burgerlijk Armbestuur, in allerlei tijdelijke nooden te voorzien; iets waarmede aan den Hin ken werkman en in het algemeen aan den stand der werk lieden geen dienst zou worden gedaan, terwijl het bovendien

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 934