27 37 VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS. Het Bestuur van het Gemeentelijk JI 'erkloozenfon ds, H. De Wilde, Voorzitter. J. G. Kruis, Secretaris. lo. aan den Minister te schrijven, dat met diens denk beelden, behalve het bedrag der uitkeering, wordt inge stemd, met dien verstande dat de duur van de uitkeering, in overeenstemming met de plaatselijke toestanden, door Uw College zal worden bepaald; fonds aangesloten vereenigingen te doen profiteeren van deze „Noodregeling”, zoude aan de kassen, die zich bij het Gemeentelijk Werkloozenfonds hebben aan te sluiten, vol gens den Minister eenige eischen moeten gesteld worden. Tegen de door Zijne Excellentie genoemde eischen bestaat bij ons geen bezwaar. Eenige gedachtenwisseling lokte uit eisch 5: „De plicht der werkloozen om „passend” werk te aanvaarden, ook buiten hun woonplaats, mits niet beneden het standaardloon ter plaatse, waar werk is aangeboden.” De vraag werd gesteld of in deze abnormale tijden aan een standaardloon kan worden vastgehouden; op welke vraag geantwoord werd, dat bij het bestaan van collectieve arbeidscontracten het niet geraden schijnt dat de overheid er toe medewerkt beneden het overeengekomen loon te doen werken, dat het overigens niet onwaarschijnlijk is, dat het standaardloon vanzelf wijziging zal ondergaan en dat bovendien bij handhaving van het standaardloon gedurende een minder aantal uren per dag zou kunnen worden ge werkt, b.v. 3 uren in den voormiddag en 3 uren in den na middag, ten einde meer werkloozen te kunnen plaatsen. 2o. bij den Gemeenteraad een voorstel aanhangig te maken, strekkende om goedkeuring te verkrijgen voor de afwijkingen van de Verordening op het Gemeentelijk Werk loozenfonds (Verz. 1908 No. 10); 3o. het Gemeentelijk Werkloozenfonds te belasten met de uitvoering van de hier bedoelde „Noodregeling”. Resumeerende hebben wij de eer Uw College in overwe ging te geven:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 937