27
40
VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS.
Bijlage IV.
GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS.
's-Gravenhage, 7 Sept. 1914.
Aan
het Bestuur
’s-Gravenhage, 7 September 1914.
Zooals U bekend zal zijn, is door den Minister van Land
bouw, Nijverheid en Handel tot de Gemeentebesturen een
schrijven gericht, waarbij in overweging gegeven wordt
verschillende bepalingen, voorkomende in de Gemeentelijke
verordeningen op de werkloosheidsfondsen, buiten werking
te stellen en onder andere voorwaarden de toetreding van
niet-aangesloten werkloozenkassen tot de Gemeentelijke
fondsen open te stellen, aanvang 7 September.
Deze voorwaarden betreffen deels de finaneiëele, deels de
administratieve bepalingen, welke in de Gemeentelijke ver
ordeningen zijn neergelegd.
In verband hiermede heeft op voorstel van Burgemeester
en Wethouders de Raad dezer Gemeente besloten goed te
keuren, dat, voor zoover en voor zoo lang zulks voor de
uitvoering der „noodregeling” wordt vereischt, worde afge
weken van eenige bepalingen der Verordening op het
Gemeentelijk Werkloozenfonds.
De werkloozenkassen der Vereenigingen, die van deze
„noodregeling” zouden willen profiteeren, moeten daartoe
aan de volgende eischen voldoen:
a. inschrijving bij het Gemeentelijk Werkloozenfonds;
b. eontributieplicht voor alle leden tusschen 16 en
60 jaar;
c. het voortgaan met het storten der contributies aan de
werkloozenkas door de nog werkende leden;
d. het storten van een nader goed te keuren bedrag in de
werkloozenkas, indien de Vereeniging zoo’n afzonderlijke
kas er niet op na hield;
e. het aanvaarden van de controle door het Werkloozen
fonds;
f. de plicht der werkloozen om „passend” werk te aan
vaarden ook buiten hun woonplaats, mits niet beneden het
standaardloon ter plaatse waar werk is aangeboden;
g. inschrijving bij de Arbeidsbeurs.
Tegenover deze eischen staan de volgende voordeelen:
a. zoodra het saldo op 1 Augustus 1914 gedaald is tot