27
45
VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS.
gingen of afdeelingen van nationale vakbonden, waarvan
de leden vóór 1 Augustus 1914 tegen werkloosheid waren
verzekerd, zonder dat die vereeniging of die nationale vak
bond ten behoeve der werkloosheidsverzekering eene afzon
derlijke werkloozenkas had, aangezien de uitkeeringen bij
werkloosheid plaats vonden uit de algemeene kas van ver
eeniging of nationale bond.
Het criterium voor de inschrijving is dus, dat de werk-
1 o o z e n k a s vóór 1 Augustus 1914 bestond, of de
leden vóór dien datum tegen werkloosheid verzekerd
waren.
De vereenigingen of nationale bonden, die geen afzonder
lijke werkloozenkas hadden, ofschoon de leden wèl tegen
werkloosheid waren verzekerd, moeten (vergelijk sub 3o.
der eischen in de circulaire van 22 Augustus 1914) eene
afzonderlijke werkloozenkas vormen per 1 Augustus 1914
(zie hierover verder sub II).
Tot de regeling kunnen dus in geen geval worden toe
gelaten werkloozenkassen (behoudens de hiervoor bedoelde,
opzettelijk gevormde kassen), die eerst op of na 1 Augustus
1914 worden of zullen worden opgericht, ook niet al
waren de vereenigingen, door welke zij worden tot stand
gebracht, bestaande vak- of andere bonden of -vereenigin
gen. Dergelijke nieuw opgerichte werkloozenkassen kunnen
ook niet onder de regeling vallen, nadat de leden geduren
de drie maanden contributie hebben betaald.
De in te schrijven kassen moeten inderdaad werkloozen
kassen zijn. Vereenigingen, die bijv, uitkeeringen verstrek
ken bij ziekte, en in bijzondere gevallen ook wel eens bij
werkloosheid, zijn niet als werkloozenkassen te beschouwen.
Deze uitdrukking kan voor afzonderlijke werkloozenkas
sen van vereenigingen of bonden, die op 1 Augustus 1914
als zoodanig reeds bestonden, niet dubbelzinnig zijn.
P1 a'a t s e 1 ij k e vereenigingen (niet-afdeelingen
van nationale vakbonden), waarvan de leden wel tegen
werkloosheid waren verzekerd, doch die geen afzonderlijke
werkloozenkas hadden, moeten een door het bestuur van
het betrokken gemeentelijk fonds goed te keuren bedrag in
de speciale werkloozenkas storten.
Nationale vakbonden, die in dat geval verkeeren,
moeten in de te vormen afzonderlijke werkloozenkas stor
ten een bedrag, dat door mij moet worden goedgekeurd.
Deze bedragen gelden als het saldo op 1 Augustus 1914.
II. Het saldo der werkloozenkas op 1 Augustus 1914.