27
47.
VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS.
V. TUdelüke gemeentefondsen waarbij zich zullen aansluiten
afdeelingen van nationale vakbonden niet
centrale werkloozenkas.
Plaatselijke werkloozenkassen moeten eveneens de contri
bution der werkende leden voegen bij haar saldo, totdat dit
beneden 25 pCt. van het saldo op 1 Augustus 1914 is ge
daald. Daarna blijft de geheele uitkeering voor rekening
van het gemeentelijk fonds.
Voor eene gemeente, waar ten behoeve der noodregeling
een tijdelijk werkloozenfonds wordt opgericht, is het noodig
te weten, hoeveel op 1 Augustus 1914 voor de betrokken
afdeeling van een nationalen vakbond met centrale werk
loozenkas in deze werkloozenkas beschikbaar was, omdat in
verband daarmede moet worden bepaald, welk crediet de
gemeente als minimum aan het tijdelijk werkloozenfonds
zal moeten verleenen. Zulke gemeenten kunnen, ook in ver
band met het bepaalde sub II, op aanvrage, van mij ver
nemen, hoe groot dat bedrag voor in haar gebied gevestigde
afdeeliugen is. De centrale werkloozenkassen zullen mij
tot dat doel moeten opgeven, hoeveel verzekerde leden de
betrokken afdeelingeu telden op 1 Augustus 1914.
De door mij voorgestelde noodmaatregel sluit niet uit, dat
bestaande, tot de noodregeling toegetreden, werkloozenkas
sen na 1 Augustus 1914 nieuwe leden aannemen. Deze
nieuwe leden zullen echter eerst dan onder de noodregeling
vallen, als zij gedurende drie maanden contributie aan de
werkloozenkas hebben betaald.
Hierbij moet echter alles, wat in werkelijkheid philan
thropic zou zijn, beslist uitgesloten blijven. Het
is bijv, niet geoorloofd, dat werkloozenkassen leden aanne-
men, en tegelijkertijd voor drie maanden de contributie
door hen doen storten; evenmin, dat zij werkloozen als leden
aannemen, en door dezen contributie doen betalen. Alleen
nog werkende leden betalen contributie (gelijk is aangege
ven in mijne circulaire sub 2o. der eischen). Ook is het b.v.
dus niet toegelaten, leden, die op het oogenblik, dat zij
werkloos werden, eerst gedurende twee maanden contri
butie hadden betaald, nog eene maand contributie te doen
betalen, om hen onder de regeling te doen vallen. Er moe t
dus w e r k e 1 ij k sprake z ij n van contributie-betaling
gedurende drie maanden door leden, die niet werkloos ztfn.
VI. De toetreding na 1 Augustus 1914 van nieuwe leden tot
ingeschreven werkloozenkassen.