27
50
VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS.
XII.
Uitkeering bij gedeeltelijke werkloosheid.
bij gemis aan overeenstemming tusschen werkloozenfonds
en werkloozenkas, en niet slechts over het punt, dat in de
circulaire wordt genoemd onmiddellijk vóór de zinsnede,
die over dien arbiter handelt.
Dit punt is in de circulaire van 22 Augustus jl. niet
aangehaald, omdat het niet zoo gemakkelijk is, eene rege
ling aan te geven, die zich aaupast bij de toestanden in de
verschillende gemeenten en de onderscheidene vakken. De
Regeering meent dan ook hierin de werkloozenfondsen te
moeten vrijlaten.
Waai- echter van verschillende zijden wordt gevraagd, te
willen mededeelen, welke regeling gewenscht kan worden
geacht, worde hieronder eene regeling aangegeven, die m.i.
zou kunnen worden gevolgd.
„Personen, die gedeeltelijk werkloos zijn, ontvangen eene
„gedeeltelijke uitkeering. Om het totaal-bedrag der
„hun te verstrekken uitkeering te vinden, wordt
„als volgt te werk gegaan. Het bedrag der normale uitkee-
„ring, vastgesteld voor de categorie van personen, waartoe
„de gedeeltelijk werklooze behoort (d.i. dus uitkeering uit
„de werkloozenkas bijslag), wordt vermeerderd met een
„zesde deel daarvan voor eiken dag of daarmede gelijk
staand aantal werkuren waarover de betrokkene in de
„afgeloopen week loon heeft ontvangen. Van de aldus ver
kregen som wordt het in totaal verdiende loon afgetrok
ken. De rest geeft dan aan, hoeveel de werklooze nog zal
„hebben te ontvangen aan uitkeering uit de kas bijslag;
„deze beide bedragen daarvan dus elk de helft. Het totaal-
Voor sommige werkloozenkassen bestaat de bepaling, dat
zij alleen in bepaalde maanden des jaars (wintermaanden)
werkloozen-uitkeering verstrekken. Het is de bedoeling der
Regeering, dat deze kassen, evenals de andere, reeds n u
met de uitkeeringen zullen beginnen. Echter kunnen deze
uitkeeringen worden aangemerkt als uitkeeringen aan per
sonen, die nog niet op uitkeeringen uit de werkloozenkas
aanspraak zouden hebben volgens de reglementen der kas
sen, zoodat voor deze uitkeeringen geldt wat hierboven
onder IX sub a is gezegd.
Natuurlijk geldt dit slechts zoolang uit de werkloozenkas
volgens hare reglementen in gewone tijden niet zou worden
uitgekeerd.
XI. Winterkassen.