51 VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENEONDS. XIII. De wachttijd. „bedrag aan verdiend loon en uitkeering bijslag mag „niet meer bedragen dan IV2 maal het totaal der normale „uitkeering. Voor het geval dit bedrag zou worden over schreden, wordt de uitkeering met een overeenkomstig be- „drag verminderd. „De bovenstaande regeling is ook van toepassing op per sonen, die wel de volle week hebben gewerkt, doch tegen „een verminderd loon. In dat geval worden zij geacht, even- „veel dagen te hebben gewerkt, als waarvoor het ontvangen „loon in normale omstandigheden de gebruikelijke betaling „zou zijn.” [In de bijlage vindt men enkele voorbeelden van be rekening, die men voor uitkeeringen van 1' 5 of f 4 ge makkelijk kan wijzigen; ook is de berekening aan de hand daarvan gemakkelijk te maken, indien men niet wil bijtellen een zesde deel der uitkeering per dag, doch een geringer deel.] Volgens de circulaire van 22 Augustus j.l. gaat het recht op uitkeering in op den achtsten dag der werkloosheid; in.a.w., er zal een wachttijd van zeven dagen (zes werk dagen) moeten verloopen, na het intreden der werkloosheid, alvorens het recht op uitkeering ingaat. O v e r den wachttijd wordt geen uitkeering verstrekt. Het komt mij voor, dat het in deze buitengewone omstan digheden, waarin het zal voorkomen, dat iemand telkens voor eene korte periode arbeid zal kunnen verrichten, bil lijk en in de uitvoering van den maatregel het gemakke lijkst is, indien slechts wordt geëischt, dat er één wachttijd zij verloopen na het eerste intreden der werkloosheid. Alleen, wanneer de werklooze weer voor vrij geruimen tijd regelmatig arbeid verricht, moet worden geëischt, dat er opnieuw een wachttijd verloope, alvorens het recht op uit keering ingaat. Dit zou voor ieder geval afzonderlijk wor den beoordeeld. Wanneer iemand niet dadelijk geheel werkloos wordt, doch tot de gedeeltelijk werkloozen gaat behooren, zou wanneer die gedeeltelijke werkloosheid zoodanig is, dat zij volgens de onder XII gegeven omschrijving recht op uit keering zou geven als wachttijd moeten worden be schouwd een tijd van zeven dagen gedeeltelijke werkloos heid. Van den in de regeling genoemden wachttijd mag niet worden afgeweken; een kortere wachttijd mag niet wor den gesteld.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 951