27 54 VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS. ’s-Gravenhage, 5 October 1914. Bijlage VII. GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS. Aan de Besturen van aangesloten Werkloozen kassen. Op de vraag van eene vereeniging, of in geval van ziekte of werkzoeken ontheffing van de verplichte dagelijksche aanmelding aan de Arbeidsbeurs kon worden verleend, zij geantwoord, dat ingeval van ziekte vanzelf geen bijslag wordt verleend en dat overigens de dagelijksche aanmel ding aan de Arbeidsbeurs voor allen verplichtend is over eenkomstig het bepaalde in het 4e lid van art. 12 der ver ordening op het Gemeentelijk Werkloozenfonds. Ten aanzien van het uitkeeren van bijslag ingeval van gedeeltelijke werkloosheid, werd besloten de ministerieele regeling, opgenomen in het schrijven van 28 September jl., te volgen. Door uw bestuur zal hierbij overgelegd moeten worden een door den patroon onderteekend bewijs van het ontvangen loon, alsmede van het aantal dagen, dat door den belanghebbende bij hem is gewerkt. In verband hier mede zij gewezen op art. 20 van het Huishoudelijk Regle ment, bepalende dat aan hen, die weigeren de door ons Bestuur gevraagde inlichtingen te verstrekken, de bijslag niet wordt gegeven aan welke bepaling streng zal wor den vastgehouden. Een lid eener vereeniging, die hoewel 3 maanden lid der werkloozenkas zijnde, slechts ééne maand heeft gecontri bueerd, kan geen recht op bijslag doen gelden. Het schrijven van den Minister d.d. 28 Sept. jl. laat daaromtrent niet den minsten twijfel over. Eene vereeniging, die eene algeineene contributie heft, maar geen afzonderlijke premie vraagt voor de werkloozen- verzekering, behoort tot splitsing dier contributie over te gaan en te bepalen, hoeveel per lid en per week van de al- gemeene contributie in de werkloozenkas zal worden gestort. Van de „noodregeling” kunnen slechts profiteeren de werkloozenkassen, die minstens drie maanden vóór 1 Augustus 1914 zijn opgericht en op dien datum ook inder daad gewerkt hebben. De kassen, die na 1 Augustus 1914 zijn of worden opgericht, kunnen zich onder de ongewijzigde bepalingen der verordening op het Gemeentelijk werkloo zenfonds aansluiten.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 954