27
69
VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS.
gedragslijn alsnog tot Zijne Excellentie den 22sten Januari
1915 afd. R. A. no. 2139 het volgende schrijven gericht:
De Secretaris,
M. VAN REENEN.
Burgem. en Weth. van 's-Gravenh.,
v. KARNEBEEK.
1
van 21 Januari j.l.
Wij hebben de eer gehad Uw schrijven
afd. W. V. no. 1575 te ontvangen.
Door Uwe Excellentie wordt daarin medegedeeld, dat de
geldigheid van onze bezwaren niet mag worden erkend ook
om deze reden, dat ons College van zijn gevoelen geen blijk
heeft gegeven zoodra het Gemeentelijk Werkloozenfonds
van de opdracht van het geschil aan den arbiter kennis
kreeg, maar daarmede gewacht heeft tot de arbiter in het
nadeel van dat fonds had beschikt.
Aangezien wij er prijs op stellen misverstand nopens de
feitelijke toedracht vèn zaken buiten te sluiten met het oog
op daaruit te trekken conclusies, meenen wij niet te mogen
nalaten er Uwe aandacht op te vestigen, dat hef geschil
overeenkomstig de noodregeling ging tusschen het Fonds
en de betrokken kassen. Burgemeester en Wethouders
kwamen er eerst bij te pas, toen bij de uitspraak de mede
werking van het Gemeentebestuur werd ingeroepen tot
wijziging van de Verordening.
Naar ons uit een schrijven van het Fondsbestuur is ge
bleken, was ook reeds bij dat Bestuur twijfel gerezen nopens
de vraag of er voor een scheidsrechterlijke uitspraak plaats
was. Beleefdheidshalve heeft het Fondsbestuur echter ge
meend aan de uitnoodiging van den arbiter om te verschij
nen gehoor te moeten geven en werd bij die gelegenheid
van meerbedoelden twijfel blijk gegeven.
Wjj meenen ons tot deze feitelijke mededeeling te moeten
bepalen in de onderstelling, dat het niet de bedoeling is van
Uwe Excellentie, dat wij ons nader zouden verweren ten
aanzien van het door Uwe Excellentie aan de feitelijke toe
dracht van zaken ontleende argument.
Terwijl Uwe Excellentie, zonder te treden in eene beoor-
de.eling van de vraag of de arbiter in deze bevoegd was, ons
uitnoodigt in de Verordening de betrokken wijziging aan te
brengen, zouden wij alsnog gaarne van Uwe Excellentie
vernemen of ook afgescheiden van de formeele quaestie, de
verplichte aanmelding aan de Arbeidsbeurs geacht moet
worden niet in de lijn te liggen van de door Uwe Excellentie
voorgestelde noodregeling.