Bijlage 28 2. Algemeen overzicht. VERSLAG van den Staat der Gemeente-Bank van Leening te 's-Gravenhage, over het jaar 1914. De Bank van Leening wordt beheerd door Burgemeester en Wethouders, bijgestaan door eene Raadscommissie welke op 1 Januari 1914 bestond uit de heeren Mr. J. Ankerman, Mr. A. J. E. A. Bik, M. M. Couvée Jr., Mr. S. Franzie Berenstein, L. Hoejenbos, en Mr. Th. H. de Meester, onder voorzitterschap van den Heer H. de Wilde, Wethouder van den Burgerlijken Stand en het Armwezen. In de plaats van den Heer Mr. Th. H. de Meester, die zijn verlangen had te kennen gegeven als Raadslid af te treden, werd in de vergadering van den Gemeenteraad van den 4 Mei 1914 benoemd de Heer J. A. Sillevis L.Wzn. Het Secretariaat bleef opgedragen aan Mr. I. M. J. van Rossem, Referendaris ter Gemeente-Secretarie. In het algemeen kan worden vermeld dat de oorlogs- erisis op de Bank van leening, in het afgeloopen.jaar, weinig invloed heeft uitgeoefend. Eene vermindering in den omzet was alleen te constateeren in de maand Augustus, toen door mindere lossing van zoogenaamde weekpanden ook de herbeleeningen van die panden vervielen. Een en ander herstelde zich echter spoedig en wel in die mate dat de totale beleening over het geheele jaar nog 2763 panden meer bedroeg dan in het vorige, terwijl niet gezegd kan worden dat de buitengewone tijdsomstandigheden die ver meerdering van beleeuingen, uitgezonderd van effecten, ten gevolge hadden. 1. Beheer. 1 Weekpanden zijn panden die binnen 8 dagen na de beleening worden mgelost in tegenstelling met Bankpanden die, onverschillig na welken termijn, doch niet binnen 8 dagen, worden ingelost.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 979