28 3 2, 2e lid van het Werkliedenreglement 1911, worden behandeld. De invoering van het Ambtenarenreglement had tengevolge dat men niet meer, zooals tot nu toe gebruikelijk was, jonge mensehen als tydelyk beambte (leerling), gedurende eenige jaren in de kantoren, zoowel by practisch als administratief werk, dienst kon laten doen alvorens hen voor aanstelling in vasten dienst, tot Klerk, voor te dragen. Immers art. 6, sub c van bedoeld Regtement laat slechts een diensttijd van ten hoogste één jaar voor tydelyke ambtenaren of beambten toe. Een en ander werd zóó geregeld dat de bedoelde jonge mensehen sedert 1 Juni, als jongmaatjes, vallende onder art. In de maand December kwam het, tot Bijkantoor, ver bouwde Hulpkantoor in de Korte Lombardstraat No. 2 ge reed en was daarmede de aanvankelijke reorganisatie der Bank voltooid. De verschillende kantoren der Bank zijn thans gevestigd: Hoofdkantoor, Westeinde 40. Bijkantoor A, Koningin Emmakade 3. B, Korte Lombardstraat 2. van de Steuncomité’s, Gemeentelijke werkverschaffing, enz. Ook zal de opheffing van vyf particuliere Banken van Leening, in September en October dezes jaars, zeker tot de genoemde vermeerdering van het aantal beleeningen hebben medegewerkt. Een minder bedrag aan voorgeschoten kapitaal van f62831.04 was hoofdzakelijk het gevolg daarvan dat, ter voldoening aan art. 92 van het Reglement der Gemeente Bank van Leening (No. 9 van 1911), meer dan 100 gepensionneerden, te Amsterdam woonachtig, voor de uitbetaling van hun pensioensvoorschotten werden ondergebracht bij de Stads Bank van Leening aldaar nadat ook aan laatstgenoemde instelling, door de Ministers van Financiën en van Koloniën, voor het geven van voorschotten op pensioenen, toestemming was verleend. By laatstgenoemd artikel toch is bepaald dat voorschot op pensioenen alleen verstrekt wordt aan gepensionneerden, ingezetenen dezer Gemeente en een overgangsbepaling voor schrift dat met het geven van voorschot aan gepension neerden, ingezetenen eener andere gemeente, die by de in werkingtreding dezer verordening een voorschot hebben op pensioenakten, of aan gepensionneerden. die zich metterwoon vestigen in eene andere Gemeente, slechts zal worden voort gegaan zoolang in de plaats hunner inwoning geen instelling gevestigd is, die met toestemming van den betrokken Minister voorschot op hun pensioenakten geeft. VERSLAG DER GEMEENTEBANK VAN LEENING. w

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1914 | | pagina 981