27
22
V. Verhooging <ler uitkeering.
Aan Burgemeester en Wethouders werd door ons Be
stuur advies uitgebracht (bijlage Nr. I) aangaande het
voorstel-Hoejenbos om de uitkeeringen vanwege het Ge
meentelijk Werkloozenfonds aan de ongehuwde, niet tot
een gezin behoorende leden van werkloozenkassen te bren
gen van f 0.50 op f 0.70 per werkdag.
Hoewel de Noodregeling tot deze wijziging in het tarief
der uitkeeringen volle vrijheid geeft, meende ons Bestuur
zijn reeds vroeger ingenomen standpunt, dat de ongehuw-
malen werd door hen tegen het verstrekken van inzage
van boeken, facturen en andere bescheiden, waaruit de
werkelijke omzet in hun zaak kon blijken, bezwaar ge
maakt.
Ook bleek de controle op de werkloosheid (en even-
tueele verdiensten) van meubelmakers, die als regel in
hun vak „huisarbeid” verrichten, vrijwel onmogelijk.
Uit een oogpunt van verzekering is dan ook tegen op
neming van thuiswerkers in een werkloozenkas wel be
zwaar te maken.
Het is voorgekomen, dat personen, die den geheelen
winter door een patroon met moeite aan het werk werden
gehouden, tegen het voorjaar, wanneer er meer arbeids
gelegenheid komt, hun ontslag namen, om voor eigen
rekening te beginnen. Mislukte dan deze proef, dan ont
vingen zij immers toch uitkeering vanwege het Gemeen
telijk Werkloozenfonds, totdat zij weer opnieuw een patroon
hadden gevonden.
Ter uitvoering van de d.d. 6 Juli 1915 (bijlage Nr. XII)
ontvangen ministeriële circulaire, besloot het Bestuur een
biljet, bevattende de herinnering, dat de werkloozen inge
volge de Noodregeling verplicht zijn zich als werkzoeken
den bij de Gemeentelijke Arbeidsbeurs te laten inschrijven,
in de verschillende contróle-lokalen te doen aanplakken
(bijlage Nr. XXVII).
Door de indertijd gevolgde wijze van controle op de
werkloosheid door middel van de Gemeentelijke Arbeids
beurs, werd vanzelf een goede naleving van dit voorschrift
gewaarborgd. Maar ook later kon ons Bestuur door over
legging te vorderen van het bewijs der inschrijving zich
overtuigen, dat aan deze verplichting behoorlijk de hand
gehouden werd.
In een latere aanschrijving d.d. 21 Dec. 1915 (bijlage Nr,
XX) vestigde de Minister nogmaals de aandacht der Fonds
besturen op dit punt.
VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS.