27 24 VI. Gedeeltelijke werkloosheid. Aangezien herhaaldelijk bezwaar was gemaakt tegen de regeling inzake „gedeeltelijke” werkloosheid, zij er aan herinnerd, dat het Fondsbestuur zich door de rninisteriëele regeling d.d. 28 Sept. 1914, gesteld zag voor een vraagstuk, de gedeeltelijke werkloosheid, ten aanzien waarvan de z Raad geene beslissing had genomen. Krachtens zijn uitvoeringsbevoegdheid ten opzichte der Noodregeling, aan welker bevoegdheid de Raad geenerlei beperking heeft gesteld, besloot het Fondsbestuur de mi- nisteriëele regeling te volgen, daarbij zorg dragende, niet in strijd te komen met de bepalingen door den Raad aan genomen (de basis voor de uitkeeringsberekeningen). De Raad had in zijne vergadering van 7 Sept. 1914 een bedrag van f 1.per dag enz. bepaald, ingeval van geheele werk loosheid, niet evenwel een bedrag vastgesteld, voor ge deeltelijke werkloosheid. Toen nu krachtens eeu later ont vangen rninisteriëele regeling ook gedeeltelijk werkloozen een uitkeering zouden kunnen ontvangen, bij de bereke ning waarvan de uitkeering per week, als grondslag moest dienen, heeft ons Bestuur het uitkeeringsbedrag per dag met 6 vermenigvuldigd, en aldus het weekbedrag vast- gestey. Dit wat de theorie van de zaak betreft. Wat de praktijk aangaat, uit de hierachter (bijlage Nr. XXVIII) opgenomen berekeningen blijkt, dat voor hen, die f 2.50 en meer per dag verdienen, de in de rninisteriëele regeling voorkomende wijze van berekening geldelijk na- deeliger is, dan de daarvóór gevolgde methode. Vanzelf blijft dit nadeel dus tot een gering aantal personen beperkt. Gevraagd zou echter kunnen worden of het geldelijk nadeel in verband met den prikkel om werk te zoeken, hier samengaat met moreel nadeel. Doch bovendien, nu de uitvoering van de Noodregeling aan het Fondsbestuur is opgedragen en daarmede zeer belangrijke punten aan de beoordeeling van het Bestuur zijn overgelaten („passend werk”, „kostwinnerschap” e. d.) zóó belangrijk, dat daaruit zelfs het geheel weigeren van uitkeering kan voortvloeien, kan het Bestuur toch zeer zeker toepassen de rninisteriëele regeling voor gedoeltelijke werkloosheid, welke eenerzijds geheel in de lijn der Noodregeling ligt en anderzijds is gebouwd op de basis der normale uitkeering, d. i. de basis door den Raad in zijn grondslagen voor de aanvaarding dier regeling vastgesteld. Ons Bestuur bepaalde aanvankelijk, dat alleen rekening zou worden gehouden met de gedeeltelijke werkloosheid VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1915 | | pagina 1015