27
43
VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS.
Bijlage II.
B ij 1 a g e n
No. 85.
’s-Gravenhage, 26 Januari 1915.
GEMEENTERAAD.
van de handelingen 1915.
Ter Raadsvergadering van den 25sten dezer werden om
praeadvies in handen van Burgemeester en Wethouders
gesteld het voorstel van het Raadslid Hoejenbos en het
adres van den Haagsehen Bestuurdersbond (Bijlagen 1915,
nos. 28 en 24) inzake wijziging in de bij Raadsbesluit van
7 September j.l. vastgestelde noodregeling. Over punt 2 van
dit voorstel, n.l. voor zoover dit *s Raads goedkeuring vraagt
op een afwijking van de verplichting der werklooze leden
tot dagelijksche aanmelding bij de Gemeentelijke Arbeids
beurs is een afzonderlijk praeadvies uitgebracht.
Punt 1 van het voorstel gelijk het nader door den voor
steller in de Raadsvergadering van 25 Januari j.l. gewijzigd
is, en genoemd adres strekken om in de bij de „noodrege
ling'’ van 7 September j.l. vastgestelde nitkeering der Ge
meente aan werklooze leden van werkloozenkassen zoo
danige verandering te brengen, dat aan ongehuwden, voor
zoover dezen niet behooren tot een gezin, f 0,80 per werkdag
zal worden uitbetaald.
Het voorstel van den heer Hoejenbos stemt, wat aangaat
de strekking, geheel overeen met het amendement, door
hem ingediend bij de behandeling der „noodregeling” (zie
Handel. 1914, blz. 493499), dat door den Raad met 23 tegen
17 stemmen werd verworpen. Voorgesteld wordt nu om de
nitkeering van f 0.50 op f 0.80 per dag te brengen; terwijl
het amendement dat bedrag op f 0.70 per dag wenschte be
paald te zien.
Burgemeester en Wethouders zijn van meening, dat de
redenen, die op 7 September j.l. den Raad er toe leidden
om dat amendement te verwerpen, nog gelden.
Zij blijven van gevoelen, dat het bedrag der uitkeeriug
van f 3.aan een ongehuwde, ook al is hij bij vreemden
thuis, iu juiste verhouding staat tot de uitkeeriug van f 6.
voor gehuwden of kostwinners. Een verhooging van f 3.
tot f 4.80, per week, volgens het voorstel-Hoejenbos en het
adres van den Bestuurdersbond, zou die verhouding zoo
danig verbreken, dat het voor gehuwden of kostwinners
onder alle omstandigheden overeenkomstig het voorstel
des Ministers bepaalde bedrag van f 6.niet zou kunnen
worden gehandhaafd.