27 51 VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS. Bijlage VIII. MINISTERIE VAN FINANCIËN. Afdeeling W.V. ’s-Gravenhage, 27 Mei 1915. De Minister van Financiën, TREUB. 4 No. 2745. Onderwerp: Betreffende militairen die met verlof gaan. Aan het Bestuur van het Gemeentelijk' Werkloozenfonds te 's-Gravenhage. Gelijk U bekend is, is een deel der landweerpliehtigen door de beschikking van Zijne Excellentie den Minister van Oorlog, den 15 Mei j.l. met verlof gegaan. Het is natuurlijk zoowel voor hen zelf als voor andere arbeiders zeer ongewenscht, dat deze landweerpliehtigen het aantal werkloozen vermeerderen. Wanneer hun thans werkloozenuitkeering wordt toegekend, dan zal de neiging, om met verlof te gaan, versterkt worden, terwijl aldus werkloozen zouden worden gesteund, die in het leger nut tige diensten kunnen bewijzen en die, als zij in dienst blij ven, niet zonder inkomsten zouden zijn. Bovendien zal de toestand op de arbeidsmarkt speciaal in de bouwvakken dientengevolge slechter worden, wat ten aanzien der niet- dienstplichtigen zeer ongewenschte gevolgen zou hebben. Er is daarom geen reden, om wijziging aan te brengen in den e i s c h van drie maanden contributie- betaliug gedurende welken men niet werkloos was, die bij de nood regeling is gesteld (Vgl. circulaire van 28 Septem ber 1914, no. 106 C. B. W. V. sub VI). Deze termijn moet dan vallen n a het gaan met verlof. Ik heb daarom de eer, Uw Bestuur uit te noodigen, met het bovenstaande rekening te willen houden, voor zooverre het betreft de uitvoering der noodregeling, waarbij het Rijk in de uitkeeringeu bijdraagt, en ook de bij Uw Fonds aan gesloten kassen van een en ander in kennis te stellen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1915 | | pagina 1039