27
56
Bijlage XI.
MINISTERIE VAN FINANCIËN.
Afdeeling W. V.
No. 3013.
’s-Gravenhage, 30 Juni 1915.
De Minister van Financiën,
TREUB.
Aan het Bestuur
van het Gemeentelijk Werkloozenfonds
te ’s-Gravenhage.
In de circulaire van 28 September 1914, Afd. W. V. No. 106.
is sub VI in aansluiting aan de circulaire van 22 Augus
tus 1914 La. C. Afdeeling Arbeid nadrukkelijk de aan
dacht er op gevestigd, dat eene der voorwaarden, waarop
nieuwe leden van werkloozenkassen tot het recht op uit-
keering bij werkloosheid worden toegelaten, deze is, dat zij
gedurende drie maanden, waarin zij niet werkloos waren,
contributie voor de werkloozenkas hebben betaald, en dat
daarbij dus niet medetellen weken, waarin ofschoon men
werkloos is toch contributie zou worden gestort.
Er hebben zich echter gevallen voorgedaan, waarin werk-
loozen door eene werkloozenkas voor eene uitkeering in
aanmerking zijn gebracht, ofschoon zij aan bovenvermelde
voorwaarde niet hadden voldaan.
Daarom veroorloof ik mij nog eens uitdrukkelijk Uwe
aandacht op deze bepaling te vestigen, en U te verzoeken
ook de bij Uw fonds aangesloten werkloozenkassen uit te
uoodigen, op hare naleving steeds te willen letten.
Onderwerp:
Contributie voor de
werkloozenkassen.
VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENEONDS.