27
57
VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS.
Bijlage XII.
MINISTERIE VAN FINANCIËN.
Afdeel ing W. V.
No. 3074.
’s-Gravenhage, 6 Juli 1915.
Onderwerp:
Inschrijving bij de
Arbeidsbeurs.
Eene der voorwaarden, waaronder werkloozenkassen tot
de noodregeling zijn toegelaten, is deze, dat de werklooze
leden als werkzoekenden moeten zijn ingeschreven bij de
Arbeidsbeurs.
Naleving dezer voorwaarden is natuurlijk voor de werk-
loozen van groot belang, omdat hun langs dien weg door
de arbeidsbeurzen arbeid kan worden aangeboden. Dit is
des te meer het geval, waar de arbeidsbeurzen door de
onder mijn Departement ressorteerende Centrale Arbeids
beurs steeds en snel op de hoogte worden gehouden van
■open plaatsen, die elders in het land bij de arbeidsbeurzen
zijn opgegeven, doch niet plaatselijk konden worden ver
vuld. Langs dien weg kan den werklooze dus ook passende
arbeid buiten zijne woonplaats worden aangeboden, tot aan
vaarding waarvan hij onder de U bekende beperking wat
het loon aangaat verplicht is. De plicht tot inschrijving
bij de arbeidsbeurs houdt uiteraard in, dat de werkloozen
de inschrijving bij de arbeidsbeurs telkens, zoodra zij is
vervallen (wat bij de meeste arbeidsbeurzen na veertien
■dagen geschiedt), doen vernieuwen en voorts, dat, wanneer
een werklooze arbeid heeft gehad, doch opnieuw werkloos
wordt, hij zich dadelijk weer doet inschrijven.
De verplichting geldt voorts voor alle werklooze leden,
ook voor de gedeeltelijk werkloozen.
Een onderzoek bij sommige arbeidsbeurzen toonde echter
aan, dat niet altijd aan de verplichting tot inschrijving
nauwkeurig de hand wordt gehouden, ofschoon het niet-
voldoen er aan het recht op uitkeering zou doen verloren
gaan. In den aanvang der crisis en der werking van de
noodregeling is waarschijnlijk de. verplichting wel alge
meen nagekomen, doch geleidelijk schijnt te dien aanzien
eenige verslapping ingetreden.
Het heeft b.v. inline aandacht getrokken, dat, terwijl in