27 Bijlage XVII. MINISTERIE VAN FINANCIËN. Afdeeling W. V. No. 4374. ’s-Gravenhage, 9 Dec. 1915. DE MINISTER VAN FINANCIËN, Voor den Minister, De Secretaris-Generaal, DE JONGE. Aan de Besturen der Gemeentelijke IVerkloozenfondsen. Onderwerp: Termijn na welken het reeht op uitkeering intreedt. In de circulaire van den Minister van Landbouw, Nijver heid en Handel van 22 Augustus 1914 La C afd. Arbeid was opgenomen de bepaling, dat uitkeering wordt gegeven aan de verzekerden, die ouder dan 18 jaar zijn na drie maanden contributie-betaling. Ik heb de eer U mede te deelen, dat deze bepaling niet meer zal gelden voor de personen, die na 18 December 1915 tot eene werkloozenkas toetreden. Voor hen zal dientengevolge het recht op uitkeering eerst ontstaan met inachtneming van de gewone termijnen van lidmaatschap en duur der contributie-betaling, welke in de reglementen der werkloozenkassen zijn genoemd. Ik veroorloof mij te verzoeken, van het bovenstaande mededeeling te willen doen aan de besturen der plaatselijke werkloozenkassen, die bij Uw fonds aangesloten zijn. 66 VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONÜS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1915 | | pagina 1054