27
69
VERSLAG GEMEEXTELIJK WERKLOOZENFONDS
Bijlage XX.
MINISTERIE VAN FINANCIËN.
Afdeeling W. V.
No. 4472.
’s-Gravenhage, 21 Dee. 1915.
die
geus
b. inschrijving
arbeidsbeurs.
Door den Werkloosheidsraad is aanbevolen, er bij de be
sturen van werklozenfondsen en werkloozenkassen voort
durend op aan te dringen, dat zij nauwkeurig onderzoeken,
of de werkloosheid van hen, die op uitkeering ingevolge de
uoodregeliug voor de eerste maal of bij voortduring aan
spraak maken, niet het gevolg is van werkstaking, uitslui
ting, ouderdom, invaliditeit, ongeval, ziekte, dronkenschap,
onwil of nalatigheid om passend werk te aanvaarden.
Ik meen goed te doen, door, in aansluiting hieraan, in het
belang der werkloosheidsverzekering als gewichtig sociaal
instituut, bij vernieuwing Uwe aandacht er op te vestigen,
dat zulk een onderzoek mij ook zeer gewenscht voorkomt
en dat aan werkloozen, wier werkloosheid het gevolg is
van de bovenvermelde omstandigheden, in geen geval in
gevolge de noodregeling uitkeering mag worden verleend.
Wanneer èn de besturen der werkloozenkassen èn die der
werklozenfondsen hiermede steeds rekening houden, zal
aldus de werkloozenverzekering zeer gebaat worden.
In verband met de aanbieding van passend werk aan
werkloozen moge ik, eveneens bij vernieuwing, Uwe aan
dacht vestigen op de verplichting tot inschrijving bij de
arbeidsbeurs, zoodra een lid eener werkloozenkas zonder
werk geraakt. Daarmede zullen de belangen der werkloozen
het best gediend worden, omdat dan de gelegenheid, hun
passend werk aan te bieden, veel vergroot wordt, te meer
nu den 1 Januari 1916 de intercommunale arbeidsbemidde
ling in werking treedt.
Niet alleen echter is het noodig, dat de inschrijving bij
de arbeidsbeurs spoedig geschiede, doch de werklooze be
hoort ook er voor zorg te dragen, dat hij bij die instelling
Onderwerp:
uitkeeringen aan hen,
werkloos zijn vol-
invaliditeit enz.;
bij de