27
80
VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS.
landbouw
arbeiders in de werkloosheidsverzekering vertrouwen stel
len en bereid zjju, zich om harentwille belangrijke finan-
cieele offers op te leggen is een aanzienlijk aantal uieuwe
werkloozenkassen opgericht, Die kassen zijn voor een klein
deel van localen aard; de meeste echter werken over het
geheele land, zoodat zij een groot aantal vakgenooten om
vatten.
Verschillende dier nieuwe kassen zijn opgericht voor be
roepen, in welke tot dusverre de werkloosheidsverzekering
weinig of geen wortel had geschoten; de arbeiders dier
beroepen hebben, mede ten gevolge der noodregeling, de
waarde der werkloosheidsverzekering leeren kennen en te
vens moed gekregen, om te ondernemen, wat tot nog toe
vrijwel onbereikbaar scheen.
Als voorbeelden van het laatste worde de aandacht ge
vestigd op het volgende.
Voor arbeiders in den landbouw (en aanverwante
vakken) heeft de it. K. Bond van Bloemist-, Land- en Tuin
arbeiders eene werkloozenkas opgericht, die reeds 1900
leden telt; plannen in gelijken geest van den Alg. Ned. Bond
van Arbeiders in het Landbouw- en Zuivelbedrijf zijn reeds
vrij ver gevorderd.
In de t r a n s p o r t b e d r ij v e n is eene centrale
werkloozenkas tot stand gebracht door den Ned. R. K. Bond
van Fabrieks-, Haven- en Transportarbeiders met thans
ongeveer 2200 leden.
In de kleedingindustrie, een niet minder
moeilijk terrein voor de werkloosheidsverzekering, is eene
centrale werkloozenkas opgericht door den R. K. Naaisters-
en Kleermakersbond „St. Gerardus Majella” en w’ordt op
richting van zulk eene kas overwogen door den Alg. Ned.
Bond van Arbeiders(sters) in de Kleedingindustrie.
Evenzoo wordt in nationale vakbonden van handelsrei-
zigers, koks, zeevisschers enz., de oprichting van centrale
werkloozenkassen voorbereid.
Deze voorbeelden betreffen groepen, waarin nog zoo goed
als geen werkloosheidsverzekering te eonstateeren viel,
zoodat deze uitbreiding der verzekering uit tweeërlei oog
punt èn om het groote aantal nieuwe verzekerden èn om
den aard der beroepen zeer toe te juichen valt.
c. Overgang van plaatselijke tot centrale verzekering
met uitbreiding van het aantal verzekerden. In de derde
plaats moet de aandacht gevestigd worden op het feit, dat
in verschillende beroepen, tijdens den duur der noodrege-
ling, de werkloozenkassen van plaatselijke afdeelingen van
nationale vakbonden hebben plaats gemafikt voor centrale
werkloozenkassen ten dienste van den geheelen bond.