27 81 VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS. Dat verschijnsel heeft zich vooral vertoond in de voor de verzekering zoo uiterst belangrijke doch tevens moeilijk bewerkbare groep der bouwbedrijven en verwante vakken (als voorbeelden noem ik den Centralen Bond van Bouw vakarbeiders, den Ned. R.-K. Bond van Kalk- en Steenbe werkers, den Alg. Ned. Timmerliedenbond, den Ned. Schil- dersgezellenbond, den R.-K. Schildersgezellenbond, den Prot. Chr. Bond van Schildersgezellen, den Alg. Ned. Stuca- doorsbond, en voorts den Alg. Ned. Bond van Meubelma kers, Behangers en a. v., den R.K. Meubelmakers-, Behan gers- en Stoffeerdersbond), doch ook in andere beroepen (Alg. Ned. Slagersgezellen-bond, Ned. Vereeniging van Glas- en Aardewerkers, R.-K. Textielarbeidersbond „St. Lambertus”, Bond van Machinisten, Stokers en Dekperso neel in Nederland). Dat opmerkelijk verschijnsel in de ontwikkeling der werkloosheidsverzekering beteekent niet slechts de vervan ging van het overgroote deel der plaatselijk begrensde ver zekering door eene landelijke, met verdeeling van het risico over het geheele land en gecentraliseerde administratie, doch bovendien een belangrijke uitbreiding van het aantal verzekerden. In de centrale werkloozeukassen werden im mers leden opgenomen gevestigd ook in die gemeenten, waar de oprichting van eene plaatselijke werkloozenkas moeilijk was, omdat de gemeentelijke overheid geen bijslag verleende. De drievoudige ontwikkeling, in het bovenstaande aan gegeven, heeft eene belangrijke toename teweeggebracht van het aantal personen, dat door regelmatige contributie- betaling zorgt voor eventueel noodige uitkeering bij werk loosheid. Het aantal van ongeveer 70.000 verzekerde arbeiders dat bereikt was op 1 Augustus 1914 was in den loop van October 1915 reeds gestegen tot plm. 108.000. Het mag thans op ongeveer 120.000 worden geschat en zal tegen 1 Mei a.s. matig berekend ongeveer 130.000 kunnen bedragen; na genoeg eene verdubbeling dus sedert 1 Augustus 1914. Hoe groote schaduwzijden de economische crisis moge hebben gehad, welke nadeelen ook aan het bestaan der noodregeling zelve mogen verbonden zijn geweest, de samenwerking van Rijk en gemeenten bij het op de been houden der werkloozeukassen heeft er krachtig toe bijge dragen, dat de eigen zorg der arbeiders voor tijden van werkloosheid, de „selfhelp”, belangrijk is toegenomen, dat de verzekering is doorgedrongen m beroepen, waarin zij tot nog toe niet kon wortel schieten en dat de landelijke

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1915 | | pagina 1069