27
82
vorm den plaatselijken voor het overgroote deel heeft ver
drongen. l)
Niet minder belangrijk dan de uitbreiding van het aantal
verzekerden is die, welke tijdens de noodregeling de ge
meentelijke bemoeiing met en subsidieering van de werk
loosheidsverzekering heeft ondergaan. In meer dan 80
gemeenten toch is voor haren duur een tijdelijk gemeente
lijk werkloozenfonds opgericht en door de gemeentelijke
overheid de beteekenis der werkloosheidsverzekering der
halve gevoeld en begrepen. Wel zijn in die gemeenten de
fondsen als tijdelijke instellingen opgericht, doch aange
nomen mag worden, dat de opgedane ervaring er toe zal
leiden, dat in vele gevallen de tijdelijke belangstelling in
blijvende aanmoediging wordt omgezet.
Ten slotte worde als voordeel der noodregeling genoemd,
dat de economische crisis de werkloozeukassen niet heeft
uitgeput, doordat de overheid de uitkeeringen heeft over
genomen, toen de kassen tot zeker peil waren gedaald.
Volgens het oorspronkelijke plan werd 25 pet. van het ver
mogen, dat op 1 Augustus 1914 aanwezig was, bewaard.
Bij de nadere regeling krachtens de circulaire van 27 De
cember 1915 afd. W. V. no. 4520 is en ik vestig hierop in
verband met het volgende in het bijzonder de aandacht
eene bepaling opgenomen, welke ten gevolge zal hebben,
dat de werkloozeukassen voor een groot deel bij het eindi
gen der noodregeling over een vermogen zullen beschikken,
dat gelijk staat met ten minste 75 pct. van haar vermogen
op 1 Augustus 1914.
De noodregeling in zake werkloosheidsverzekering, die
een tijdelijk karakter draagt, zal geleidelijk een einde
nemen, en de vraag dringt zich in verband daarmede op
den voorgrond, of voor de overheid op dit terrein een
blijvende taak is weggelegd.
Indien de noodregeling ophoudt zonder bijzondere maat
regelen, zal hoogstwaarschijnlijk de toestand van vóór
1 Augustus 1914 terugkeeren, d.w.z. een zuiver gemeente
lijke steun der kassen, zonder Rijkshulp, en beperkt tot de
gemeenten, waar een permanent gemeentelijk werkloozen-
fonds was opgericht of alsnog tot stand komt. Het is van
belang na te gaan, welke gevolgen deze terugkeer tot vroe
gere toestanden voor de werkloozeukassen zal hebben.
Zoodra de steun in de gemeenten, waar een tijdelijk fonds
als noodmaatregel werd ingesteld, wegvalt, zal het voor de
VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS.
Van de ongeveer 18.000 verzekerden in plaatselijke kassen op
1 Aug. 1914 zjjn thans ten minste 12.000 in centrale kassen over
gegaan.