27 85 VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS. Vergelijk Eindverslag der Commissie, deel IX, blz. 811. z) Aldaar blz. 808. eigen krachtsinspanning der verzekerden, zoodat verhoo- ging dezer laatste den eersten automatisch doet toenemen. Daartoe zal de bijslagverleening volgens het zoogenaamde Gentsche stelsel, dat in ons land burgerrecht had verkregen n.L de bijslag-verleening in evenredigheid tot de door de kassen verstrekte uitkeeringen zijn te vervangen door het verleenen van bijslag op de contributiën (premiën, bij dragen), die de verzekerden zelf bijeenbrengen. Het Gentsche stelsel heeft ongetwijfeld hier te lande aan den groei der werkloosheidsverzekering een kraehtigen stoot gegeven en is tijdens de eerste ontwikkeling der ver zekering zeker als een der meest gewenschte vormen van overheidssteun te beschouwen. Met de Staatscommissie over de Werkloosheid ben ik echter van oordeel dat aan eene regeling, waarbij de bijslag verleend wordt op de con tributiën, grooter voordeelen zijn verbonden. Zulk eene regeling bevordert reeds op zich zelf reserve- vorming; immers de contributiën en de overheidssteun zul len in normale jaren boven het bedrag der verleende uitkeeringen uitgaan, waardoor vanzelf eene reserve ont staat. Bovendien echter doet zij den verzekerden het ver band tusschen eigen inspanning en overheidssteun duide lijker gevoelen, en zal zij hun een spoorslag zijn, om de contributiën voldoende hoog te stellen, ten einde ook voor meer dan normale werkloosheid de uitgaven te kunnen dekken. Aan de andere zijde brengt echter ook weer het belang der leden mede, dat, als eenmaal de verzekering goed is ingericht, de bijdragen niet hooger worden gesteld dan noodig is, waardoor wordt tegengegaan, dat de bijslag der overheid noodeloos hoog zou worden opgedreven. Naast deze voordeelen der regeling van den overheids steun met bijslag op de contributiën staan andere, die de Staatscommissie in haar Eindverslag 2) aanhaalt, en waar mede ik mij geheel vereenig. De Staatscommissie had er, hoewel zij de wensehelijkheid dezer regeling duidelijk op den voorgrond plaatste, toch bezwaar tegen, om haar, toen zij in Juni 1914 haar Eindver slag uitbracht, voor ons land aan te bevelen. Hare bezwa ren waren hoofdzakelijk van tweeërlei aard: a. De werkloosheidsverzekering was over het algemeen nog niet aldus geregeld, dat voor haai’ afzonderlijke kassen waren opgericht, streng gescheiden van het overig vernur- gen der vakvereenigingen. Dat bezwaar was zeker niet te onderschatten. Afzonderlijke kassen welker middelen van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1915 | | pagina 1073