27
86
Vergelijk Bijlage sub C I.
de overige geldmiddelen der organisatie streng gescheiden
blijven, zijn noodig, wanneer de bijdragen van verzekerden
en overheid in ééne kas worden gebracht, om daaruit de
uitkeeringen te doen. Dat bezwaar is echter bij verschil
lende nieuwe centrale kassen, tijdens de noodregeling opge
richt, reeds ondervangen. In de reglementen dier kassen
is de bepaling opgenomen, dat de contributiën voor de
werkloosheidsverzekering worden gestort in eene kas, welke
afzonderlijk van de andere geldmiddelen der organisatie
wordt beheerd en geadministreerd en waaruit in geen geval
andere uitgaven mogen worden gedaan dan voor uitkeerin
gen aan werkloozen. Ten opzichte van de andere organisa
ties, die zich met werkloosheidsverzekering bezighouden,
zal het bezwaar worden ondervangen, omdat het opnemen
eeuer bepaling van dezen aard zal worden geëischt als
voorwaarde voor het ontvangen van Rijks- (en gemeente
steun.
h. De Staatscommissie over de Werkloosheid achtte het
noodig, dat de werkloozenkassen nog meer vertrouwen
hadden verworven en zij meer ervaring aangaande de werk-
loosheidskansen hadden opgedaan, alvorens werd overge
gaan tot eene regeling van bijslag op de contributiën.
Wat dit punt aangaat, vestig ik er de aandacht op dat
sedert het verschijnen van het verslag der Staatscommissie
nieuwe en waardevolle ervaring op het gebied der werk
loosheidsverzekering werd opgedaan en dat tijdens de nood
regeling en met het oog op den toekomstigen uitbouw der
verzekering in de werkloozenkassen, bij de vakorganisaties
het streven is opgemerkt, dat onderdeel harer taak op een
soli den grondslag te vestigen. Door het geregeld overleg
tusschen de besturen der vakorganisaties en het Centraal
Bureau voor Werkloosheidsverzekering, in nauwe samen
werking met de gemeentelijke werklozenfondsen, is voorts
een goede inrichting van de administratie der kassen in
hooge mate bevorderd. Door het Centraal Bureau wordt in
deze richting bij voortduring gearbeid, waarbij het de volle
medewerking der organisaties heeft.
Ik twijfel er geenszins aan, of die medewerking zal ook
in de toekomst door de organisaties verleend worden, ter
wijl bovendien in de bepalingen, welke men in de bijlage C
aantreft, waarborgen zjjn gelegen, dat de administratie en
de eigen controle van de vakorganisatie zoo goed mogelijk
worden ingericht; zoodanige inrichting zal als noodzakelijke
voorwaarde voor toelating tot de nieuwe regeling gelden.
Een voortdurend toezicht zal bovendien door het Centraal
VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS.