27 89 VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS. de engste grenzen kunnen beperken en daardoor het werk loosheidsrisico zoover mogelijk verminderen. Zij zal zooveel doenlijk kunnen zorgen voor de aanbieding van passend werk en de aanvaarding beter mogelijk maken. Zij zal ook, voor zoover althans de arbeidsbeurs als instituut voor con trole op de werkloosheid diensten kan bewijzen, die dien sten niet verzaken. Tusschen de nationale arbeidsbemid deling en de algemeene overheidsbemoeiing met de werk loosheidsverzekering zal in de toekomst een even nauw verband moeten blijven bestaan als tijdens de noodregeling is gelegd, waarbij in het oog moet worden gehouden, dat er ten aanzien der arbeidsbemiddeling in de onderscheidene beroepen en bedrijven uiteenloopende behoeften bestaan en dat er voor lenigheid in de regeling ruimte moet blijven, terwijl er in het belang der arbeidsbemiddeling op dient gelet, dat de arbeidsbeurzen er zijn voor alle werkzoeken den, en niet slechts voor werkloozen. Dat nauwe verband tusschen arbeidsbemiddeling en werkloosheidsverzekering moet echter voor de gemeente besturen eene krachtige aansporing te meer zijn, ook tot de organisatie der werkloosheidsverzekering op nationale basis toe te treden, gelijk zij bijna alle door de aanwijzing van correspondenten zijn toegetreden tot de intercommunale arbeidsbemiddeling. Immers zal in de toekomst de ontwik keling der arbeidsbemiddeling ook de uitgaven der over heid ten behoeve der werkloosheidsverzekering gunstig beïnvloeden. Ik deed in den aanvang reeds een beroep op de mede- werking der gemeenten, die tijdens de noodregeling een werkloozenfonds hebben opgericht en van welke ik thans blijvende bemoeiing met het belangrijke vraagstuk der werkloosheidsverzekering op den grondslag der door mij geschetste regeling verwacht. Den gemeentebesturen, die reeds een permanent fonds hebben tot stand gebracht, geef ik voorts met aandrang in overweging, eveneens tot die regeling toe te treden. In de derde plaats wend ik mij tot de besturen der ge meenten, die tot geen van beide categorieën behooren, doch wel tegen werkloosheid verzekerde arbeiders onder hare ingezetenen tellen. Zij hebben zich, om uiteenloopende redenen, onthouden van medewerking tijdens den duur der noodregeling. Voor- zoover die onthouding haren grond vond in het kleine aan tal verzekerden of de geringe werkloosheidskans der inge zeten arbeiders, wijs ik er op, dat het belang der gemeente ook bij eene góede werkloosheidsverzekering van weinig arbeiders gebaat is, en dat werkloosheidskansen. die op een

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1915 | | pagina 1077