27 r 91 VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS. De Minister van Financiën, TREUB. Voor zoover men ten aanzien der ontworpen regelingen of andere punten nadere inlichtingen mocht wenschen, ge lieve men zich rechtstreeks te wenden tot den Directeur van het Centraal Bureau voor Werkloosheidsverzekering, die gaarne, ook mondeling, ter zake overleg zal plegen. Zal de hierboven geschetste regeling goed werken, dan is, gelijk ik betoogde, de medewerking van alle gemeentebe sturen noodzakelijk. Mocht die niet in voldoende mate ver kregen worden, dan zal gelijk ik reeds in de Tweede Kamer bij de behandeling der Staatsbegrooting onlangs mededeelde het groote belang der ontwikkeling van de werkloosheidsverzekering de Regeering ernstig moeten doen overwegen, de medewerking van de Staten-Generaal in te roepen, opdat den gemeenten in het algemeen lands belang de medewerking kunne worden opgelegd waartoe zij, in het onverhoopte geval, zouden hebben getoond niet uit eigen besef van het belang der zaak, ongedwongen, te willen overgaan. Gaarne zal ik zoo spoedig mogelijk, uiterlijk vóór 1 Maart 1916, bericht ontvangen: a. van de gemeentebesturen, die een permanent gemeen telijk werkloozenfonds beheeren, of zij bereid zijn de nieuwe regeling te aanvaarden; b. van de gemeentebesturen, die tijdens den duur der noodregeling een tijdelijk gemeentelijk werkloozenfonds oprichtten, of zij bereid zijn, zich blijvend de werkloosheids verzekering aan te trekken en de geschetste regeling te aan vaarden; c. van de gemeentebesturen, die tot geen van beide cate gorieën behooren en voor zoover in hunne gemeente tegen werkloosheid verzekerde arbeiders woonachtig zijn, of zij bereid zijn, tot de nieuwe regeling te treden. Na ontvangst dier berichten zal spoedig de definitieve regeling aan de hand van het toegezonden schema worden getroffen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1915 | | pagina 1079