1
27
93
VERSLAG GEMEENTELIJK WERKLOOZENFONDS.
C. Administratieve en andere bepalingen, behoorende
bij schema B.
door den Minister van Financiën, voor plaatselijke kassen
door het Gemeentelijke Werkloosheidsfonds na overleg met
den Directeur van het Centraal Bureau voor Werkloos- <£i
heidsverzekering.
VI. Indien eene werkloozenkas, nadat het bepaalde sub
IV in werking is getreden, door uitbreiding der werkloos
heid niet meer in staat is de reglementaire uitkeeringen te
verstrekken, zal de contributie der leden of de op die con
tributie te verleencn bijslag tijdelijk worden verhoogd of
zullen beide maatregelen worden toegepast.
Tevens zal dan bepaald kunnen worden, dat wanneer
de noodtoestand voortduurt tijdelijk de reglementaire
uitkeeringen, volgens de bedragen der noodregeling, voor
de helft voor rekening der gemeente en voor de helft voor
rekening van het Rijk kunnen worden verstrekt.
VII. Voorzoover bovenstaande bepalingen sub IV niet
van zelf de uitkeeringen volgens de reglementaire bepa
lingen herstellen, zal op een door den Minister te bepalen
datum voor de kassen, die onder punt V of VI vallen, wor
den bepaald, dat de noodtoestand heeft opgehouden. Deze
datum behoeft niet voor alle kassen dezelfde te zijn. Na den
vastgestelden datum geschieden de uitkeeringen geheel
overeenkomstig de reglementaire bepalingen.
VIII. Deze regeling treedt in werking 1 Mei 1916.
I. De reglementen der werkloozenkassen, welke tot de
„Regeling betreffende het verleenen van bijslag op de con
tribution en subsidieverlening door het Rijk” wenschen
te worden toegelaten, zijn onderworpen aan goedkeuring.
Deze goedkeurig wordt verleend, wat betreft:
a. centrale werkloozenkassen door den Minster van Fi
nanciën;
b. plaatselijke werkloozenkassen door het bestuur van
het gemeentelijk werkloosheidsfonds in overleg- met den
Directeur van het Centraal Bureau voor Werkloosheids
verzekering.
De goedkeuring betreft den geheelen inhoud der regle
menten en zal in het bijzonder ook beoogen het verkrijgen
van zoodanig contributiebedrag en zoodanige uitkeerings-
termijnen en -bedragen, dat de werkloozenkas mag worden
in staat geacht, hare uitkeeringen te doen bij gewone werk
loosheid en bovendien een voldoend bedrag te reserveeren
voor meer dan gewone werkloosheid.