119
2°. Riolen.
Bij Kon. Besluit van 27 October 1915 No. 30, werd
de fatale termijn, gesteld in de Wet van 13 Juli 1914
(Stbl. No. 304), waarbij het algemeen nut is bepaald van
de onteigening voor aanleg van den verkeersweg Prinse-
grachtElandstraat, met 6 maanden verlengd en dus
nader definitief bepaald op 5 Mei 1916 (zie jaarverslag
over 1914, blz. 132).
Het Kon. Besluit van 29 April 1915 No. 59, houdende
eindaanwijziging van de te onteigenen perceelen voor
het maken van een spoorwegverbinding met het Openbaar
Slachthuis, verscheen den 20 Mei d.a.v. in de Staats
courant. Hierdoor werd de in de Wet van 13 Juli 1914
(Stbl. no. 323) gestelde fatale termijn voor de uitvoering
der onteigening, bepaald op 20 Mei 1916 (zie jaarverslag
over 1914 blz. 132).
Het Kon. Besluit van 13 April 1915 No. 33, houdende
eindaanwijzing van de te onteigenen perceelen voor het
maken van den verkeersweg Groote Markt—Fluweelen
Burgwal, verscheen 28 April d.a.v. in de Staatscourant.
Hierdoor werd de in de Wet van 10 Januari 1914 (Stbl.
No. 11) gestelde fatale termijn voor de uitvoering der
onteigening, bepaald op 28 April 1916. (zie jaarverslag
over 1914 blz. 132).
De Beekbemaling had, behalve op den gewonen voet
van 1 April tot October, bovendien gedurende den ge
nader definitief betaald op 28 Juli 1916 (zie noot op
blz. 131 van het jaarverslag over 1914).
Het Kon. Besluit van 16 April 1915, No. 36, houdende
eindaanwijzing van de te onteigenen perceelen voor het
maken van den verkeersweg Prins Willemstraat-Bad-
huiskade, verscheen 4 Mei d.a.v. in de Staatscourant.
Hierdoor werd de in de Wet van 15 Mei 1914 (Stbl.
No. 199) gestelde fatale termijn voor de uitvoering der
onteigening bepaald op 4 Mei 1916 (zie jaarverslag over
1914 blz. 132 en 133).