35 4 9 Een onderzoek, ingesteld naar aanleiding van een klacht van een bewoner der Doornstraat, deed blijken, dat aldaar een hinderlijke reuk werd verspreid door het verblijf van wagons, dienende voor het rerroer ran ri.sc/i, aan de halte Duinstraat van de stoomtram der Hollandsche Ijzeren Spoorwegmaatschappij. De Com missie bracht deze zaak ter kennis van Burgemeester en Wethouders en ontving daarop van dezen afschrift van een verslag van den Hoofdcommissaris van Politie. Deze deelde mede, dat de hinderlijke reuk veroorzaakt werd door ledige haringvaten, die, uit Duitschland teruggezonden, aan de halte Duinstraat 24 uren bleven liggen, voordat zij werden weggehaald. Ook was het een enkele maal gebeurd, dat een met visch geladen wagon een geheelen Zondag aan de halte was blijven staan. Hoewel dit schrijven geen uitzicht opende op ingrijpen van het Gemeentebestuur, bleek kort daarna aan de Commissie, dat door de bemoeiing van dat bestuur een belangrijke verbetering in den toestand was verkregen. D. liegraafplaatnen. Hieromtrent is niets te vermelden. HOOFDSTUK IV. Volkshuisvesting. Had in 1914 de Gemeenteraad een beginselbesluit genomen, waarbij voor de komende jaren een uitgebreid zij veelal naar huis gaan in die dienstkleeding, dus eveneens in de kleeding, waarin zij hun weinig zindelijk werk hebben verricht. Ten slotte scheen het betwijfeld te mogen worden, of wel steeds zorg wordt gedragen, dat de werklieden, op de aschstaal werkzaam, zich voldoende wasschen alvorens het terrein te verlaten. Daar de Commissie een en ander niet alleen uit een oogpunt van zindelijkheid aan bedenking onderhevig achtte, maar daarin ook een gevaar zag voor de ver spreiding van besmettelijke ziekten, heeft zij de aandacht van het Gemeentebestuur op deze toestanden gevestigd en aangedrongen op het treffen van de noodige voor zieningen. VERSLAG DEK GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1915 | | pagina 1268