35
12
Het staatje omtrent het aantal onbewoonde week-
woningen, dat wij in vorige jaren plachten te ontleenen
aan de mededeelingen van het Bouw- en Woning
toezicht, kunnen wij ditmaal niet geven. De bedoelde
cijfers zijn door het Gemeentebestuur nog niet openbaar
gemaakt, wellicht in verband met de voorgenomen
woningtelling, die meer volledige gegevens zal leveren.
Dat de stand der woningmarkt gunstiger zou zijn
dan een jaar geleden, zal intusschen bezwaarlijk zijn
aan te nemen. Voor Scheveningen wijzen de teekenen
zelfs op een woningnood, grooter dan ooit, die dringend
om voorziening roept. In dit verband trekt het de aan
dacht, dat met de werkzaamheden voor den bouw van
172 Gemeentelijke woningen aan de Zuidwestzijde van
het Afvoerkanaal eerst zeer onlangs een begin is ge
maakt, terwijl reeds bij Kon. Besluit van 9 Januari 1915
het Rijks voorschot voor dien bouw is verleend.
Thans volgen nog enkele mededeelingen omtrent
bijzondere punten.
te stellen en derhalve niet voort te gaan met gebruik
te maken van de wetten verklarende het algemeen nut
der onteigening van perceelen, voor den aanleg dier
verkeerswegen en het totstandbrengen dier verkeers-
verbeteringen benoodigd”. Na een uitgebreid debat heeft
de Gemeenteraad dit voorstel verworpen en dus besloten,
dat de uitvoering van de groote wegenplannen zou voort
gang hebben.
Zoodoende is de doorzetting van een uiterst belang
rijke stadsverbetering verzekerd. Intusschen maakt de
afbraak van talrijke volkswoningen, die van deze ver
betering het gevolg zal zijn, het dubbel noodig, dat met
den woningbouw krachtig wordt voortgegaan.
Het ontwerp tot herziening der Bouw- en Woon-
verordening, reeds eenige jaren bij Burgemeester en
Wethouders aanhangig, bereikte onze Commissie ook
in 1915 nog niet. In afwachting daarvan, heeft de
betrokken Sub-Com missie een reeks vergaderingen
gewijd aan de bespreking van de beginselen, die
bij deze herziening op den voorgrond zullen behooren
te staan.
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.