35
13
hef - u it h rei dlngxpla n
A.
H’oon rerordening.
B.
Van Burgemeester en Wethouders ontving de Com
missie een voorstel tot wijziging van art. 35 3 der
Bouw- en Woon verordening, waarbij is bepaald, dat
een hoofdingang, gang, trap of portaal niet voor meer
dan vier woningen mag dienen en dat Burgemeester
en Wethouders van dit voorschrift, ten aanzien van
gebouwen met hoofdingangen, trappen of portalen, elk
dienende voor ten hoogste zes woningen, vrijstelling
kunnen verleenen, doch alleen voor het gedeelte van de
Gemeente, gelegen binnen de oude Singelgrachten.
Burgemeester en Wethouders wenschten de bevoegd
heid te hebben om ook voor het overig deel der
Gemeente, in bijzondere gevallen, gelijke vrijstelling
te geven.
De Commissie begreep, dat hier in het bijzonder
gedacht was aan de z.g. portiekhuizen. Het geldende
voorschrift toch bracht mede, dat in de portiek slechts
vier deuren mochten worden aangebracht. Was daaren
tegen de bedoelde vrijstelling mogelijk, dan zouden, bij
een dubbel pand met twee bovenverdiepingen, ook de
deuren der twee benedenwoningen in de portiek kunnen
worden geplaatst, terwijl toch, evenals thans, elk gezin
zijn afzonderlijke voordeur zou hebben.
In dezen gedachtengang verklaarde de Commissie
wel met het voorstel te kunnen méégaan. Alleen achtte
zij het wenschelijk, dat het beperkte karakter der voor
gestelde wijziging in het artikel zelf tot uiting kwam.
Wijziging der Houw- en
l'itroering ran
Hiervoor was van groote beteekenis de behandeling
in den Gemeenteraad van het vraagstuk der keuze
van een terrein voor het tweede Gemeenteziekenhuis,
nader besproken in Hoofdstuk VII. Door het aldaar
vermelde besluit te nemen, heeft de Gemeenteraad,
overeenkomstig het voorstel van het Gemeentelijk
departement van Openbare Werken, een oplossing
aanvaard, waarbij met de belangen van een stelsel
matige stadsuitbreiding zorgvuldig is rekening ge
houden.
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.