35
15
van de Coöperatieve Woningbouw vereeniging „Luctor
et Emergo” tot den bouw van 114 arbeiderswoningen
op een terrein uitkomende aan de Wolmaransstraat.
In 1915 werd aan de vereeniging het gevraagde Gemeen
telijk voorschot, groot f 298.400, en aan de Gemeente
een Rijksvoorschot van gelijk bedrag- toegekend.
In Januari adviseerde de Commissie gunstig op de
aanvragen van:
1. de „Algemeene Coöperatieve Woningvereeniging”
om een voorschot van f 218.000 voor den bouw van
90 arbeiderswoningen op een terrein aan de Beijers-
straat
2. de Woningbouwvereniging „Volksbelang” om een
voorschot van 466.500 voor den bouw van 200 arbeiders
woningen, enz. op een terrein, uitkomende aan de
Fisherstraat
3. de vereeniging „Verbetering zij ons Streven'’ om
een voorschot van f 122.000 voor den bouw van 54
arbeiderswoningen op een terrein, gelegen aan de
Kritzingerstraat.
In al deze gevallen hebben de Gemeente en het
Rijk tot het verleenen van den gevraagden geldelijken
steun besloten.
Bij- het advies, dat de Commissie in Augustus uit
bracht op een aanvrage van de Woningvereeniging
„Die Haghe” om een voorschot van ƒ652.000 voor den
bouw van 286 arbeiderswoningen, enz. op twee terreinen,
gelegen in het bouwplan Laakkwartier nabij den Rijswijk-
scheweg, gaf zij te kennen zich met de ontworpen
plannen in hoofdzaak wel te kunnen vereenigen. Zij
zou het echter uit hygiënisch oogpunt gewenscht achten,
indien voor de woonkamer der woningen met meer dan
twee slaapkamers, dus bestemd voor grootere gezinnen,
een oppervlak van 20 M2. als mininium werd aange
nomen. Verder wees zij er op, dat een aantal slaapkamers
met bovenlicht ontworpen was, welke constructie haar
èn uit een oogpunt van ventilatie én wegens te groote
afwisseling van temperatuur ongewenscht scheen. Ook
vestigde zij er de aandacht op, dat diezelfde vertrekken
van aangrenzende woningen waren afgescheiden door
halfsteensmuren, hetgeen naar hare meening niet wel
was overeen te brengen met art. 67 der Bouw- en
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.