2 I
35
28
Typhus en febris typholdea
16
Het aantal levend geboren kinderen bedroeg in 1915
7.20
6.82
9.25 10.51
6.56
6.91
Behalve de hiervoren genoemde sterfgevallen kwamen
47 sterfgevallen voor aan kinkhoest, 66 aan mazelen
en 35 aan influenza.
Het volgend staatje geeft een overzicht van de ver
schillende sterfgevallen aan infectieziekten in de jaren
1910 tot en met 1915.
3
4
1
47
66
35
21
48 i
6
17
8
41
22
12
26
Roodvonk
Diphtheritis en Croup.
Pokken
Meningitis cerebrospinalis
epidemica
Kinkhoest
Mazelen
Influenza
Poliomyelitis
1
35
60
33
9
5
13
1
31
67
6
4
12
4
11
14
3
48
15 37
7
4
13
Aan longtuberculose stierven 329 personen, d.i. 10.37
per 10.000 inwoners, terwijl het gemiddelde van de 5
voorafgaande jaren 11.43 bedroeg, zooals uit het volgend
staatje kan blijken.
7092 of op 1000 der bevolking 22.35.
Van de 100 levend geboren kinderen stierven in het
le levensjaar 6.82. Voor de jaren 1910 tot en met 1915
waren die cijfers:
Levend geboren op
1000 der bevolking 25.33 24.99 23.56 24.60 23.73 22.35
Overleden in het le
levensjaar op 100
levend geborenen
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.
1913
1912
1913
1914
1915
1911
1912
1910
19101911
I
1914 I 1915