35
HOOFDSTUK X.
Levens- en Genotmiddelen.
In een rondschrijven, door de Nederlandsche Ver-
eeniging van Huisvrouwen aan de Commissie gezonden,
werd de aandacht gevestigd op het gevaar, dat voor
de gezondheid zou kunnen ontstaan door onzindelijke
behandeling ran eetwaren door venters en winkelpersoneel.
De Commissie antwoordde, dat haar opmerkzaamheid
op deze zaak gericht bleef en dat zij overwoog, of bij
een passende gelegenheid bij het Gemeentebestuur zou
kunnen worden aangedrongen op voorschriften, die een
onzindelijke behandeling van eetwaren tegengaan.
Intusschen, meende de Commissie, zou ook de be
doelde vereeniging kunnen medewerken tot opheffing
van de geschetste misstanden, door in ruimen kring,
in woord of geschrift, op het euvel te wijzen en bij
daarin allerlei voorwerpen, terwijl dadelijk daarop
dezelfde personen of anderen uit dat bekken drinken.
Voor dit laatste zou minder aanleiding bestaan,
indien het mogelijk ware evenals bij andere
openbare fonteinen alhier het uitstroomende
water in een bekertje op te vangen. Zooals echter
thans de inrichting is, kan men, wanneer men, na
een wandeling bij de bron komende, zijn dorst
wil lesschen, dit niet anders doen dan door middel
van het niet geheel zuivere water uit het bekken.
Wij zouden U beleefdelijk willen verzoeken Uwe
opmerkzaamheid wel aan deze zaak te willen wijden
en te willen overwegen, of niet door een gewijzigde
inrichting het geschetste bezwaar ware weg te
nemen.”
32
Naar aanleiding van een vraag, door den Hoofd
inspecteur namens den Centralen Gezondheidsraad ge
daan, om gegevens ter beoordeeling van het gevaar
van besmetting door voorwerpen, voedingsmiddelen, enz.,
in de huininduntrie vervaardigd of behandeld, werd
een Sub-Commissie benoemd, bestaande uit de heeren
Belinfante, Hofman en Vrijland, om deze zaak in
studie te nemen.
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.