By lage 43
VERSLAG omtrent den toestand van het Kon. Zoologisch
Botanisch Genootschap.
Ofschoon de druk der tijdsomstandigheden wel haar in
vloed deed gevoelen, voornamelijk merkbaar aan de
geringe toetreding van nieuwe leden,is het jaar 1915
over het algemeen niet ongunstig geweest.
Het ledental bedroeg 1612.
De exploitatie van terrein en zalen leverde goede resul
taten; voor tentoonstellingen blijken de zalen van het
Hoofdgebouw bizonder gezocht te zijn. Er hadden plaats de
Pluimvee- en Konijnen ten toonstelling van de Ned. Vereen.
„Avicultura”, Hondententoonstelling van de „Kynologeu-
elub, Den Haag”, (bezocht door Z. K. H. Prins Hendrik),
de Floralia-tentoonstelling, Groote Tuinbouwtentoonstel
ling van de Med. Mij. van Tuinbouw- en Plantkunde, (meer
malen bezocht door al de leden van het Koninklijk Huis),
Tentoonstelling van voorwerpen, vervaardigd door de ge
ïnterneerde Belgische militairen, (bezocht door H. M. de
Koningin-Moeder), allen met veel succes en met veel
bezoek.
De zomer- en winterconcerten voor de leden hadden ge
regeld plaats en werden goed bezocht; eveneens de opera-
en tooneelvoorstellingen door de' Kon. Fransche Opera en
de eerste tooneelgezelschappen gegeven.
Het in Mei gehouden Voor jaarsfeest werd door 54.210 be
talende personen bezocht; van de opbrengst werd een be
drag van f 1360.gestort in de kas van het „Haagsch
Steuncomité”.
De verzameling dieren, bloemen en planten werd zooveel
mogelijk in stand gehouden en aangevuld.
Aan het onderhoud van de gebouwen werd de noodige
zorg besteed, de rotonde van het Hoofdgebouw werd deco
ratief geschilderd en in denzelfden stijl gehouden als de
aangrenzende groote concertzaal; om de zaal geschikt te
maken voor bioscoopvertooniugen, werd eene in beton op
getrokken Cabine achter het tooneel uitgebouwd.
Voor stadgenooten, niet-leden, werd de Tuin in de zomer
maanden op drie Zondagen opengesteld tegen geringe ver-