49 1 In de afdeelingen van den Gemeenteraad was de meening geuit, dat het onderwijs aan de Hoogere Burgerscholen niet aan alle eischen voldeed; in de Commissie vergaderingen werd dit onderwerp breedvoerig besproken en werd in het bijzonder de vraag behandeld of het in het Begrootings- verslag in verband daarmede genoemde „College geven”, bij het onderwijs in toepassing werd gebracht. Hoewel men algemeen van meening was, dat deze wijze van les geven in de lagere klassen geen aanbeveling verdient, meenden som migen, dat ze in de hoogere klassen, bijzonder de 4e en 5e, minder bezwaar oplevert en zelfs voor hen, die het Hooger Onderwijs gaan volgen, een niet ongéwensehte voorberei ding kan zijn. Door de Commissie werd een onderzoek ingesteld naar de waarde van de aanteekeningen, welke de leerlingen inge volge de voordracht van den leeraar opschrijven en dit onderzoek leverde in bet algemeen geen ongunstige resul taten op. Den leeraren werd er op gewezen, dat zij op die aanteekeningen geregeld toezicht behooren te houden, ten einde zich te overtuigen, dat het door hem voorgedragene behoorlijk wordt begrepen. Enkele leeraren maakten bij hun lessen geen gebruik van handleidingen en bepaalden zich uitsluitend tot voordra gen; hun werd medegedeeld, dat de Commissie zich hier mede niet kan vereenigen en het wenschelijk acht, dat de leeraren zich van de in het leerplan opgegeven leerboeken bedienen. Ook de groote verscheidenheid in de leerboeken, aan de verschillende Hoogere Burgerscholen voor dezelfde leer vakken gebezigd, maakte herhaaldelijk een punt van bespre king met de Directeuren uit. Hoewel de Commissie zich niet ontveinst, dat aan het invoeren van algeheele gelijk heid van leerboeken nevens voordeelen ook belangrijke be zwaren verbonden kunnen zijn, meende zij er bij de Direc teuren op te moeten aandringen ten deze meer overleg met elkander te plegen, ten einde te trachten bij de vaststelling van de leerplannen meerdere overeenstemming ook ten op zichte van de leerboeken te verkrijgen. Niet zonder eenige zorg ziet de Commissie van Toezicht het aantal leeraren der Hoogere Burgerscholen, die vergun ning verzoeken les te geven aan andere inrichtingen van Onderwijs, dan waarbij zij door het Gemeentebestuur zijn aangesteld, steeds toenemen. Voor den cursus 1915—1916 werd aan 32 leeraren (leeraressen) gezamenlijk voor 226 uren per week zoodanige vergunning verleend. 50 VERSLAG OMTRENT HET MIDDELBAAR ONDERWIJS. h

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1915 | | pagina 1443